ECLI:NL:RBDHA:2024:4256
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser was in vreemdelingenbewaring geplaatst op 20 december 2023 en heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 18 maart 2024 is gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot 3 januari 2024. De beoordeling van het voortduren van de maatregel is dus beperkt tot de periode na deze datum. Eiser heeft aangevoerd dat hij al drie maanden in bewaring zit zonder vooruitgang in zijn zaak, en dat er geen zicht is op uitzetting naar Marokko. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat het zicht op uitzetting ontbreekt. Verweerder heeft voldoende voortvarend gehandeld door herhaaldelijk contact op te nemen met de Marokkaanse autoriteiten en gesprekken met eiser te voeren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zelf niet actief meewerkt aan zijn uitzetting en dat zijn passieve houding een voortvarende uitzetting in de weg staat. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.