ECLI:NL:RBDHA:2024:4164
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewetuitkering en verzoek om begeleiding en schadevergoeding
In deze zaak heeft eiseres, die zich op 16 juni 2021 ziekmeldde bij haar werkgever, een Ziektewetuitkering ontvangen. De uitkering is per 14 juni 2023 beëindigd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, omdat eiseres de maximale termijn van 104 weken had bereikt. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, stellende dat zij onvoldoende begeleiding heeft ontvangen van verweerder, wat haar kansen op re-integratie zou hebben benadeeld. De rechtbank heeft het beroep op 7 februari 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de beëindiging van de Ziektewetuitkering rechtmatig is, aangezien eiseres de maximale uitkeringsperiode heeft bereikt. De rechtbank wijst erop dat de Ziektewet geen bepalingen kent voor een loonsanctie, zoals eiseres had aangevoerd. Het verzoek van eiseres om alsnog begeleiding te ontvangen kan niet worden ingewilligd, omdat de Ziektewetperiode al is beëindigd. Eiseres ontvangt inmiddels een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, waarvoor zij wel begeleiding krijgt. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, omdat er geen sprake is van een onrechtmatig besluit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.