ECLI:NL:RBDHA:2024:4018
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag van een Kameroense nationaliteit met betrekking tot beschermingsalternatief in Kameroen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Kameroense nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 27 september 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 17 oktober 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. Na aanvullende vragen van de rechtbank aan de staatssecretaris en een reactie van eiser, is het onderzoek gesloten zonder nadere zitting.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de asielaanvraag van eiser ongegrond is. Eiser heeft aangevoerd dat hij bedreigd wordt vanwege de politieke activiteiten van zijn vader, die burgemeester was en betrokken bij de oppositiepartij in Kameroen. De staatssecretaris heeft echter geconcludeerd dat de verklaringen van eiser over de politieke activiteiten van zijn vader niet geloofwaardig zijn, en dat er in Kameroen een binnenlands beschermingsalternatief bestaat in steden zoals Yaoundé, Douala en Bafoussam. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser, waaronder de stelling dat er onvoldoende onderbouwing is voor het vestigingsalternatief, verworpen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond.