ECLI:NL:RBDHA:2024:3997
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak met zaaknummer NL24.2798 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 februari 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een man van Georgische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen in een besluit van 19 januari 2024, waarbij het verzoek kennelijk ongegrond werd verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in deze zaak besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak van verzoeker, met zaaknummer NL24.2797. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep van verzoeker, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van mr. S.C. Hak, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 29 februari 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.