ECLI:NL:RBDHA:2024:3915

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
NL23.31471 T
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake afwijzing asielaanvraag met motiveringsgebreken

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een Venezolaanse nationaliteit, door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besproken. Eiser heeft op 11 september 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke is afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft op 8 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank constateert dat verweerder in zijn besluit verschillende argumenten onvoldoende heeft gemotiveerd, met name met betrekking tot de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser over zijn deelname aan demonstraties in Venezuela en de daaropvolgende bedreigingen door de Colectivos en FAES. Eiser heeft verklaard dat hij tijdens deze demonstraties is beschoten en dat hij en zijn gezin sindsdien bedreigd zijn. De rechtbank biedt verweerder de gelegenheid om de geconstateerde motiveringsgebreken te herstellen en stelt een termijn van vier weken in, met een verlenging tot acht weken indien verweerder eiser aanvullend wenst te horen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.

Uitspraak

tussenuitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.31471 T
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V nummer] , eiser (gemachtigde: mr. S. Oukil),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Volker).

Procesverloop

Bij besluit van 11 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond. Het bestreden besluit geldt tevens als terugkeerbesluit. Verweerder heeft eiser uitstel van vertrek verleend tot en met 11 maart 2024.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 8 februari 2024 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Het asielrelaas

1. Eiser heeft de Venezolaanse nationaliteit. Hij is getrouwd met [echtgenote] heeft een zoontje, [minderjarige] , van een andere man. Eiser en zijn gezin woonden in de wijk [wijk 1] in [plaats] . Eiser heeft verklaard dat hij op 22 en 23 januari 2019 in [plaats] heeft meegedaan aan demonstraties tegen het regime van Maduro. Op 23 januari 2019 zijn de demonstranten lukraak beschoten door de Colectivos en FAES. Eiser is daarbij ook geraakt. Hij is vastgepakt, mishandeld en bedreigd door de Colectivos en de FAES. Een groep vrouwen heeft eiser weten te ontzetten. Eiser heeft aan zijn belagers weten te ontkomen door zich in een afgrond te laten vallen en zich daar tot de volgende ochtend verborgen te houden. Die volgende dag is hij ondergedoken in de wijk [wijk 2] , omdat hij in zijn eigen woonwijk niet meer veilig was. [echtgenote] en [minderjarige] hebben zich bij hem gevoegd. Eiser is in die periode een aantal keren telefonisch bedreigd door de Colectivos. Nadat hij van telefoonnummer had gewisseld, hebben de Colectivos zijn moeder en broer telefonisch bedreigd. In december 2020 is eiser met zijn gezin teruggekeerd naar hun woning in [wijk 1] , omdat zij dachten dat de situatie weer normaal was geworden. Op 19 januari 2021 kwamen leden van de Colectivos en FAES naar de woning. Eiser heeft tijdig weten te ontkomen en is weer naar [wijk 2] gegaan. In april 2021 heeft eiser met zijn
gezin Venezuela verlaten. Zijn vader is op 2 april 2022 gedood door leden van de Colectivos, als boodschap aan eiser. Eiser heeft zijn asielrelaas onderbouwd met een aantal documenten, waaronder een oproeping om te verschijnen bij het Openbaar Ministerie, gedateerd 19 september 2023, en een arrestatiebevel, gedateerd 18 januari 2024.

De standpunten van partijen

2. Volgens verweerder bevat het asielrelaas van eiser de volgende relevante elementen:
3. identiteit, nationaliteit en herkomst;
4. de deelname aan de protesten in 2019;
5. de problemen als gevolg van de deelname aan die protesten.
Verweerder vindt de verklaringen van eiser onder a. en b. geloofwaardig. De verklaringen onder c. vindt verweerder daarentegen ongeloofwaardig. De verklaringen onder a. en b. leiden volgens verweerder niet tot inwilliging van de asielaanvraag.
3. Eiser betwist het standpunt het verweerder ten aanzien van het relevante element onder c. en voert daartoe diverse gronden aan. De rechtbank gaat hierna op de geschilpunten in.

Overwegingen van de rechtbank

Ten aanzien van het relevante element onder c: de beschieting
4. Eiser heeft verklaard dat hij bij de demonstratie op 23 januari 2019 is beschoten, dat hij toen is geraakt en dat de Colectivos en de FAES hem vervolgens hardhandig hebben aangepakt en bedreigd.1 Hij heeft verklaard dat hij [echtgenote] weinig heeft verteld over deze gebeurtenis. Hij heeft haar wel verteld hoe hij aan zijn verwondingen is gekomen.2 [echtgenote] heeft verklaard dat eiser een paar dagen vóór de demonstratie van 23 januari 2019 al betrokken was bij een andere protestactie. Volgens haar verklaring is eiser bij die gelegenheid beschoten, gevangengenomen en naar “één of ander huis” gebracht. Daar is hij door twee personen ongeveer drie uur vastgehouden en mishandeld. Buurtbewoners zijn toe het huis binnengevallen, waarna eiser is vrijgekomen. [echtgenote] heeft ook verklaard dat de kogel bij eiser niet was doorgedrongen, dat deze naar binnen en naar buiten is gegaan en dat de kogel niet heel veel schade heeft aangericht.3 Volgens [echtgenote] heeft zij haar verklaringen opgemaakt uit wat eiser heeft verteld en verder heeft zij stukjes van de gebeurtenissen van anderen gehoord.4
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder terecht aangevoerd dat deze verklaringen van eiser en [echtgenote] tegenstrijdig zijn. Deze tegenstrijdigheden laten zich niet eenduidig verklaren door de toelichting van eiser dat [echtgenote] niet bij de gestelde beschieting aanwezig is geweest, dat zij zich de gebeurtenissen wellicht niet meer goed kon herinneren, dan wel dat zij het niet goed zou hebben begrepen of dat hij hierover slechts summier met haar had gesproken. De tegenstrijdigheden laten zich ook niet afdoende verklaren door de toelichting van [echtgenote] van eiseres dat zij “het gewoon niet meer weet” en dat eiser haar niet alles heeft verteld. [echtgenote] heeft immers toegelicht dat zij door eiser op de hoogte is gesteld van de beschieting, zijn verwonding en de toedracht daarvan. Zij heeft op
1. rapport nader gehoor van eiser van 28 juli 2022 en 30 maart 2022 (rng eiser), p.7, 14, 15 en 29.
2 rng eiser, p.18 en 32.
3 rapport nader gehoor van [echtgenote] van 30 maart 2022 en 28 juli 2022 (rng [echtgenote] ), p. 19.
4 rng [echtgenote] , p.19 en 20.
onderdelen tamelijk gedetailleerd verteld over deze gebeurtenis, die zich volgens haar enkele dagen vóór 23 januari 2019 heeft afgespeeld. Dan is het opmerkelijk dat eiser in zijn asielrelaas met geen woord heeft gerept over een dergelijke gebeurtenis vóór
23 januari 2019. Hij heeft daarentegen éénduidig verklaard dat zijn confrontatie met de Colectivos en de FAES heeft plaatsgevonden op 23 januari 2019. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dan ook niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij en [echtgenote] tegenstrijdig hebben verklaard over de beschieting en verwonding van eiser en over de toedracht daarvan. Deze tegenstrijdigheden doen afbreuk aan de geloofwaardigheid van de verklaringen die eiser heeft afgelegd over de beschieting op 23 januari 2019.
6. Verweerder heeft eiser ook tegengeworpen dat zijn verklaringen over hoe hij zich heeft kunnen bevrijden van de Colectivos en de FAES en hoe een groep vrouwen hem daarbij zou hebben geholpen vaag zijn. De rechtbank kan verweerder hierin niet volgen. Eiser heeft immers verklaard dat de Colectivos en de FAES de protesterende menigte, waarvan eiser onderdeel uitmaakte, heeft beschoten. Eiser is daarbij geraakt. De Colectivos en de FAES hebben hem vervolgens vastgepakt, mishandeld en bedreigd. Volgens eiser heeft een groep vrouwen zich op de belagers van eiser geworpen en heeft hij aan de situatie kunnen ontsnappen door van een helling5 naar beneden te springen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd op welke onderdelen en waarom deze verklaringen van eiser vaag zijn.
7. Verder heeft verweerder gesteld dat eiser en [echtgenote] tegenstrijdig hebben verklaard over de personen met wie eiser aan de demonstratie heeft deelgenomen. Verweerder heeft in dit verband aangevoerd dat [echtgenote] heeft verklaard dat hij met zijn nichten was, terwijl eiser heeft verklaard dat hij met vrienden was. De rechtbank volgt verweerder hierin niet. Het is op zich juist dat de verklaringen van eiser en [echtgenote] op dit punt niet geheel eensluidend zijn. Van een evidente tegenstrijdigheid is de rechtbank evenwel niet gebleken. Zo heeft eiser immers tevens verklaard dat hij bij de demonstratie ook één nicht heeft gezien, maar dat de rest van de groep bestond uit allemaal vrienden van hem.6 Verder heeft [echtgenote] haar verklaring genuanceerd, in die zin dat zij “had begrepen dat hij daar met zijn nichten was”7. Verweerder heeft deze nadere verklaringen van eiser en [echtgenote] niet betrokken in zijn beoordeling.
8. Volgens verweerder lopen de verklaringen van eiser en [echtgenote] over de route van de demonstratie ook uiteen. Verweerder heeft verwezen naar hetgeen eiser heeft verklaard op pagina 17 van zijn gehoor. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder deze beweerdelijke tegenstrijdigheid onvoldoende gemotiveerd. Op diezelfde pagina heeft eiser op dit onderdeel namelijk een niet onaannemelijke toelichting gegeven voor de discrepantie in hun verklaringen. Volgens eiser zou [echtgenote] uitgegaan zijn van de plek waar de aankondiging van interim-president Guaidó had plaatsgevonden. Verweerder heeft deze toelichting niet in zijn beoordeling betrokken en heeft eiser en [echtgenote] verder ook niet meer geconfronteerd met de beweerdelijke tegenstrijdigheid in hun verklaringen.
5 rng eiser, p.30.
6 rng eiser, p.18.
7 rng [echtgenote] , p.20.
Ten aanzien van het relevante element onder c: het verblijf in een andere wijk
9. Eiser heeft verklaard dat hij zich op 23 januari 2019 heeft schuilgehouden en dat hij de volgende dag niet direct naar zijn huis in [wijk 1] , maar naar [wijk 2] is gegaan.8 [echtgenote] heeft verklaard dat zij en eiser ongeveer één of twee weken na de demonstratie naar [wijk 2] zijn vertrokken. Dat was nadat eiser door de autoriteiten aan de hand van zijn gezicht was geïdentificeerd, er navraag naar hem was gedaan bij zijn neef en men had ontdekt waar eiser woonden. Naar aanleiding hiervan wisten eiser en [echtgenote] dat eiser werd gezocht en heeft [echtgenote] voorgesteld om naar een appartement in [wijk 2] te gaan.9
10. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder terecht aangevoerd dat deze verklaringen van eiser en [echtgenote] tegenstrijdig zijn. Opgeteld bij de omstandigheid dat eiser zijn verklaringen over zijn verblijf in [wijk 2] niet heeft onderbouwd met documenten, heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat deze tegenstrijdigheid afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser over zijn gestelde problemen. Eiser heeft aangevoerd dat [echtgenote] niet heeft verklaard dat hij één of twee weken na de demonstratie is vertrokken naar [wijk 2] , maar dat hij één of twee weken na de demonstratie is geïdentificeerd door de autoriteiten. De rechtbank volgt eiser hierin niet en verwijst daarvoor naar de in rechtsoverweging 9 aangehaalde passages uit de verklaringen van [echtgenote] . Hieruit blijkt met name dat het vertrek van eiser naar [wijk 2] was ingegeven door de omstandigheden dat eiser na één of twee weken was geïdentificeerd en dat eiser en [echtgenote] begrepen dat hij werd gezocht.

Ten aanzien van het relevante element onder c: de dreigtelefoontjes

11. Eiser heeft screenshots van Whatsapp-gesprekken overgelegd die hij in januari 2022 heeft gevoerd met zijn moeder en zijn broer. Uit deze gesprekken zou blijken dat zijn moeder en broer nog steeds dreigtelefoontjes ontvangen. Volgens verweerder kan niet worden nagegaan in welke context deze gesprekken hebben plaatsgevonden. In zoverre overtuigen de screenshots op zichzelf dus niet. Verweerder heeft verder aangevoerd dat eiser weinig concreet heeft verklaard over de telefonische bedreigingen. Zo kon eiser zich niet herinneren hoe vaak en met welke tussenposen hij werd gebeld. Eiser heeft verklaard dat de bedreigingen via zijn telefoon halverwege 2019 zijn begonnen. In dit licht heeft verweerder het niet inzichtelijk gevonden waarom de Colectivos eiser pas ongeveer een half jaar na de demonstraties telefonisch zijn gaan bedreigen. Verweerder heeft verder aangevoerd dat eiser niet meer weet wanneer hij een nieuw telefoonnummer heeft genomen, waarna de Colectivos zouden zijn begonnen met het telefonisch bedreigen van zijn moeder en broer.
11. De rechtbank volgt verweerder hierin niet. Eiser heeft verklaard dat het “moeilijk is om te zeggen” hoeveel tijd er tussen de dreigtelefoontjes zat. Hij heeft verklaard dat hij soms twee keer per week werd gebeld en soms één keer in de week. Ook kan hij zich niet herinneren hoe vaak hij werd gebeld. Net als bij zijn moeder, werd hij soms één keer en soms om de vijf dagen gebeld.10 Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom deze uitspraken weinig concreet zijn als het gaat om de hoeveelheid van de telefoontjes en de tussenposen waarmee die zouden hebben plaatsgevonden. Verder volgt de rechtbank verweerder niet in zijn standpunt dat het niet
8 rng eiser, p.7, 24 en 31.
9 rng [echtgenote] , p.5, 11 en 12.
10 rng eiser, p.35
inzichtelijk is dat de Colectivos pas halverwege 2019 zijn begonnen met de telefonische bedreigingen. Dit standpunt heeft verweerder slechts gebaseerd op het enkele tijdsverloop sinds de demonstratie in januari 2019. Een informatiebron of uitgebreidere context op basis waarvan deze verklaring van eiser “niet inzichtelijk” is, heeft verweerder niet betrokken bij dit standpunt.
13. Over de telefonische bedreigingen aan de moeder en broer van eiser het volgende. De crux van de verklaringen van eiser lijkt zijn dat de Colectivos hun aandacht hebben verlegd van eiser naar zijn moeder en broer, nadat eiser zijn telefoonnummer had veranderd. Tegen die achtergrond ziet de rechtbank niet in waarom verweerder het relevant vindt dat eiser niet wist wanneer hij van telefoonnummer was veranderd. Verweerder heeft die relevantie niet toegelicht. Verder heeft verweerder aangevoerd dat eiser niet heeft toegelicht waarom hij vermoedt dat de telefoontjes aan zijn moeder en broer in verband staan met zijn deelname aan de demonstratie in januari 2019. Ook daarin kan de rechtbank verweerder niet volgen. Eiser heeft immers verklaard dat hij aanvankelijk zelf direct telefonisch werd bedreigd in verband met zijn deelname aan de demonstratie én dat de telefonische bedreigingen na het veranderen van zijn nummer werden gericht aan zijn moeder en broer. Zo beschouwd heeft eiser afdoende inzichtelijk gemaakt dat de bedreigingen aan het adres van zijn moeder en broer verband hielden met zijn deelname aan de demonstratie in januari 2019.

Ten aanzien van het relevante element onder c: de inval door de Colectivos/FAES

14. Eiser heeft verklaard dat de Colectivos/FAES op 19 januari 2021 zijn huis in [wijk 1] zijn binnengedrongen. Eiser heeft verklaard dat hij op tijd via de achterkant van zijn huis heeft weten te ontkomen.11 Verweerder heeft eiser tegengeworpen dat [echtgenote] wisselend heeft verklaard over deze gebeurtenis. Zo heeft zij enerzijds verklaard dat de Colectivos/FAES met geweld het huis zijn binnengedrongen, maar anderzijds heeft zij verklaard dat de Colectivos/FAES de woning niet zijn binnengedrongen en dat zij in de deuropening met de Colectivos/FAES heeft gepraat.
14. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder terecht aangevoerd dat [echtgenote] wisselend heeft verklaard. Aanvankelijk heeft zij bij herhaling aangegeven dat de Colectivos/FAES de woning waren binnengedrongen en dat zij het huis hebben doorzocht om te bezien of eiser daar aanwezig was.12 Later heeft [echtgenote] aangegeven dat zij dit nooit had gezegd en dat zij vanuit de deuropening met de Colectivos/FAES had gesproken.13 Zij heeft het verschil in haar verklaringen evenwel niet toegelicht. Evenmin heeft zij in de correcties en aanvullingen aangegeven dat haar verklaringen op de pagina’s 5, 7, 13 onjuist zouden zijn. Slechts ten aanzien van pagina 14 heeft zij deze opmerking gemaakt, maar ook hier heeft zij weer geen toelichting gegeven. Dit is vooral opvallend, omdat uit deze verklaringen vrij duidelijk blijkt dat en waarom de Colectivos/FAES de woning zouden zijn binnengetreden: volgens [echtgenote] was men namelijk op zoek naar eiser. Ook ter zitting heeft zij geen afdoende toelichting gegeven. Zij heeft slechts toegelicht dat zij zich zeker weet te herinneren dat zij in haar gehoor ook heeft verklaard dat de Colectivos/FAES haar woning niet waren binnengedrongen. Deze gestelde “zekerheid” strookt dus niet met de
11 rng eiser, p.9 en 33.
12 rng [echtgenote] , p.5, 7, 13 en 14.
13 rng [echtgenote] , p.28.
aanvankelijke verklaringen die zij in haar gehoor heeft afgelegd en waarvan zij de wijziging niet heeft toegelicht.
16. Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat het niet van belang is of de Colectivos/FAES in zijn woning zijn geweest, maar dat de essentie is dat zij bij zijn woning zijn geweest. De rechtbank volgt eiser hierin niet. De verklaringen van eiser (en van [echtgenote] ) op dit aspect vormen een belangrijk element van hun asielrelaas. Vooral nu het document waarmee dit element had kunnen worden onderbouwd verloren is gegaan14, had het op de weg van eiser gelegen om dit element met consistente verklaringen te staven. Hierin is hij dus niet geslaagd. Op grond hiervan heeft verweerder het standpunt mogen innemen dat de geconstateerde tegenstrijdigheid afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de gestelde problemen.

Ten aanzien van het relevante element onder c: de dood van de vader van eiser

17. Eiser heeft aangevoerd dat zijn vader op 2 april 2022 is gedood door de Colectivos.
Dit om eiser te intimideren in verband met zijn deelname aan de demonstraties in januari 2019. De Venezolaanse autoriteiten zouden volgens eiser telefoongesprekken met zijn vader hebben afgeluisterd. Volgens verweerder zijn deze verklaringen van eiser
gebaseerd op vermoedens en aannames. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een dusdanige negatieve belangstelling van de Venezolaanse autoriteiten staat, dat de Colectivos om die reden zijn vader zouden hebben willen doden.
18. De rechtbank kan verweerder in diens redenering niet volgen. Het is van algemene bekendheid dat telefoongesprekken door de Venezolaanse autoriteiten kunnen worden afgeluisterd. In combinatie met hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen ten aanzien van het onderdeel “de dreigtelefoontjes”, is niet ondenkbaar dat de Venezolaanse autoriteiten telefoongesprekken van eiser naar familie in Venezuela heeft afgeluisterd en dat zij zo “op het spoor” van de vader van eiser zijn gekomen. Verder blijkt uit de door eiser ingebrachte overlijdensakte dat zijn vader aan een ernstig hersenletsel is overleden en dat dit op straat is gebeurd. Deze vermelding sluit op zich aan bij de verklaring van eiser dat zijn vader door een auto is aangereden. De rechtbank acht het samenstel van deze verklaringen consistent. Aldus is het standpunt van verweerder dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een dusdanige negatieve belangstelling van de Venezolaanse autoriteiten stond, onvoldoende gemotiveerd.

Conclusie

19. Verweerder heeft het ongeloofwaardig gevonden dat eiser problemen heeft gekregen naar aanleiding van zijn deelname aan de demonstraties in januari 2019. Deze ongeloofwaardigheid heeft verweerder onderbouwd met verschillende argumenten. Uit de rechtsoverwegingen 4 tot en met 18 volgt dat verschillende van deze argumenten niet goed zijn gemotiveerd.
19. De rechtbank biedt verweerder de gelegenheid om zich nader uit te laten over deze gebreken. Daarbij zal verweerder nader dienen te motiveren hoe hij deze motiveringsgebreken (of het herstel daarvan) beziet in het licht van de integrale weging die hij van het asielrelaas moet maken. Bij die integrale weging zal verweerder tevens de door
14 rng vrouw van eiser, p.14.
eiser ingebrachte documenten (met name de oproeping en het arretstatiebevel) dienen te betrekken.
21. De rechtbank stelt verweerder in de gelegenheid om de geconstateerde motiveringsgebreken te herstellen. De rechtbank doet daarom een tussenuitspraak. Verweerder kan de gebreken herstellen met een aanvullende motivering of, voor zover nodig, met een nieuwe beslissing.
22. De rechtbank geeft verweerder vier weken de tijd om de gebreken te herstellen. Deze termijn bedraagt acht weken, als verweerder eiser nog aanvullend wenst te horen. De termijn van vier respectievelijk acht weken start op de datum dat deze tussenuitspraak is verzonden.
23. De rechtbank wil zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen twee weken, van verweerder vernemen of hij de gebreken gaat herstellen. Ook deze termijn start op de datum dat deze uitspraak is verzonden.
24. Na ontvangst van een reactie van verweerder zal de rechtbank partijen informeren over het verdere procesverloop. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.

Beslissing

De rechtbank:
-draagt verweerder op binnen twee weken de rechtbank mee te delen of hij gebruik maakt van de gelegenheid om de geconstateerde motiveringsgebreken te herstellen;
-stelt verweerder in de gelegenheid om binnen vier weken dan wel acht weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken te herstellen met inachtneming van deze tussenuitspraak;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze tussenuitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
N. Biswane, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 maart 2024

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.