ECLI:NL:RBDHA:2024:3880

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
NL23.32494 en NL23.32495
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van een Somalische vrouw en de beoordeling van de leeftijdsschouw door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, op 14 februari 2024, wordt het beroep van een Somalische vrouw tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. De vrouw, die stelt dat zij in 1997 is geboren, heeft haar asielaanvraag ingediend na een gevaarlijke reis via Oekraïne en Polen naar Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft haar aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de vrouw niet geloofwaardig heeft verklaard over haar problemen met Al-Shabaab en dat de leeftijdsschouw niet zorgvuldig is uitgevoerd.

De rechtbank oordeelt dat de leeftijdsschouw onzorgvuldig is verricht, omdat er slechts één sessie heeft plaatsgevonden in plaats van de vereiste twee. Dit heeft geleid tot een onjuiste vaststelling van de leeftijd van de vrouw, wat van groot belang is voor de beoordeling van haar asielaanvraag. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de problemen van de vrouw met Al-Shabaab ongeloofwaardig zijn, en dat de chronologie van de gebeurtenissen niet onduidelijk is zoals door de staatssecretaris gesteld.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de vrouw, die in totaal € 2.625,- bedragen. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de uitspraak over het beroep van de vrouw voldoende is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.32494 (beroep)
NL23.32495 (voorlopige voorziening)
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [v-nummer] ,
(gemachtigde: mr. H. Loth),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Z. Abachi).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 12 oktober 2023 de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
1.2
De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiseres, de gemachtigde van eiseres, A. Ikar als tolk en de gemachtigde van verweerder deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van haar asielaanvraag aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Het beroep is gegrond. De rechtbank is van oordeel dat verweerder een onvolledige leeftijdsschouw heeft verricht waardoor er sprake is van een onzorgvuldige leeftijdsregistratie. Daarnaast heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank – met toepassing van de enigszins terughoudende toets – de persoonlijke problemen van eiseres met Al-Shabaab ten onrechte ongeloofwaardig geacht
.Het bestreden besluit is daarom onzorgvuldig voorbereid en berust niet op een deugdelijke motivering. De rechtbank is ten slotte wel van oordeel dat verweerder zich voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet kwalificeert als alleenstaande vrouw in de zin van paragraaf C7/30.4.3 van de Vc [1] . Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten en achtergrond
4. Eiseres stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [datum] 1997. Eiseres is van Mogadishu via Kenia naar Oekraïne gereisd. Zij is op 23 november 2021 in Oekraïne aangekomen. Zij is daarna met hulp van een reisagent verder gereisd via Polen naar Nederland met de trein. Zij wilde via Schiphol naar Ierland reizen. Zij is op 3 april 2022 op Schiphol aangehouden en heeft op 5 april 2022 een asielaanvraag ingediend.
Het asielrelaas
5. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij bij terugkeer naar Somalië vreest voor Al-Shabaab. Eiseres stelt dat haar vader werd lastig gevallen door Al-Shabaab omdat hij geld moest afstaan. In juni 2021 kwam een lid van Al-Shabaab naar de vader van eiseres toe en vroeg om de hand van eiseres. Eiseres moest trouwen met een man die voorheen een leraar op een school was en nu de baas van Zakawed (belastingen). De vader van eiseres weigerde dit. Diezelfde dag kreeg de vader van eiseres een oproep om voor de islamitische rechtbank van Al-Shabaab te verschijnen. De vader van eiseres ging niet. Hij werd meegenomen en eiseres is mishandeld met een wapen waarna zij geopereerd moest worden. De koranleraar van eiseres heeft navraag gedaan bij Al-Shabaab over de situatie van haar vader en zij gaven aan dat hij was vermoord. Tevens gaven zij aan dat eiseres nog steeds moest worden uitgehuwelijkt.
Het bestreden besluit
6. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
De identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres;
Persoonlijke problemen met Al-Shabaab.
6.1
Verweerder heeft het eerste element geloofwaardig geacht. Daarbij gaat verweerder ervan uit dat zij is geboren op [datum] 1997 in Mogadishu. Dit is uit onderzoek naar de telefoon van eiseres gebleken. Verweerder stelt zich daarbij op het standpunt dat eiseres weinig tot niets kan verklaren over het verkrijgen van de documenten waarvan kopieën op haar telefoon staan. Ook heeft zij niet met documenten aangetoond dat zij een andere geboortedatum heeft, namelijk dat zij zoals zij stelt is geboren in 2006. Het tweede element is door verweerder ongeloofwaardig geacht omdat eiseres niet inzichtelijk heeft kunnen maken hoe en waarom haar vader door Al-Shabaab is vermoord. Ook de chronologie van de gebeurtenissen is onduidelijk. Eiseres weet niet op welke datum de inval in het huis was en wie de invallers waren. Eiseres is volgens verweerder summier over het huwelijksaanzoek en de kennis over de man [naam] . Eiseres heeft wisselende verklaringen afgelegd over de gebeurtenissen na de dood van haar vader.
6.2
Verweerder heeft de asielaanvraag van eiseres kennelijk ongegrond verklaard op grond van artikel 30b, eerste lid aanhef en onder c van de Vw [2] . Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres niet valt onder het landgebonden beleid zoals vermeld in C7/30.4.3 van de Vc. Zij is niet als alleenstaand aan te merken omdat familieleden van eiseres uit het gebied van Al-Shabaab zijn vertrokken maar nog wel in Somalië zijn. Daarbij heeft eiseres een oom in Mogadishu met wie zij nog contact heeft.
Het oordeel van de rechtbank
7. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte uitgaat van haar geboortedatum in 1997. Eiseres is hierdoor benadeeld, omdat aanvragen van amv’ers [3] met meer waarborgen zijn omkleed. Eiseres voert aan dat zij een foto van haar geboorteakte heeft overgelegd en dat verweerder hier in het onderzoek rekening mee had moeten houden. Verder voert eiseres aan dat zij niet wisselend heeft verklaard over de moord op haar vader en de vrees voor Al-Shabaab. Haar verklaringen over haar uithuwelijking vinden ook steun in de landeninformatie. Ten slotte voert eiseres aan dat zij een alleenstaande vrouw is en dat haar oom inmiddels is overleden, waardoor zij niet bij hem terecht kan. Eiseres heeft geen sociaal netwerk om op terug te vallen en loopt bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade. Ter zitting heeft eiseres gesteld dat haar oom mogelijk niet is overleden, maar zij geen contact meer met hem heeft kunnen krijgen.
Heeft verweerder de leeftijd van eiseres zorgvuldig geregistreerd?
8. De rechtbank stelt vast dat eiseres bij het indienen van haar asielaanvraag heeft gesteld dat zij is geboren in 2006 en dat zij dit zo van haar familie heeft begrepen. Na het uitlezen van haar telefoon heeft het AVIM [4] kopieën van een Somalisch schoolcertificaat en een Oekraïens verblijfsdocument gevonden, waarop een geboortedatum in 1997 staat vermeld. Verweerder heeft deze geboortedatum in de procedure aangehouden. Op 5 april 2022 heeft het AVIM een schouw uitgevoerd en geconcludeerd dat eiseres evident meerderjarig is. De rechtbank gaat uit van de deskundigheid van het AVIM op dit gebied. Dit betekent echter niet dat verweerder zonder meer van deze leeftijd uit mocht uitgaan. De rechtbank stelt vast dat een leeftijdsschouw volgens het beleid van verweerder in paragraven A3 en C1/2.1 van de Vc en WI 2023/6 bestaat uit twee (onafhankelijke) sessies. Eiseres heeft echter maar één sessie gehad bij de AVIM op 5 april 2022 en geen tweede sessie, al dan niet bij de IND [5] . Verder is niet gebleken dat eiseres in detentie heeft gezeten, dan wel dat deze langer dan één dag heeft geduurd en dat verweerder daarom van een schouw af had mogen zien. [6] Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in strijd met zijn eigen beleid gehandeld, omdat er geen volledige leeftijdsschouw bestaande uit twee (onafhankelijke) sessies heeft plaatsgevonden en dat wel had gemoeten.
8.1
De rechtbank stelt verder vast dat eiseres, toen zij door verweerder geconfronteerd werd met de documenten op haar telefoon, direct heeft gesteld dat haar oom het Somalisch schoolcertificaat heeft geregeld voor haar vlucht naar Oekraïne en dat zij in Somalië nooit naar school is geweest. Eiseres heeft tijdens het nader gehoor tegenover verweerder de verklaringen dat zij nooit naar school is geweest (anders dan naar de koranschool) en dat het schooldocument vervalst is, herhaald, en nader toegelicht dat zij hiermee een studievisum heeft gekregen voor Oekraïne. [7] Gezien deze verklaringen volgt de rechtbank niet het standpunt van verweerder dat eiseres weinig tot niets over het schooldocument heeft verklaard. De verklaringen betekenen verder dat de kopie van het schoolcertificaat het enige relevante document is voor de vaststelling van eiseres haar geboortedatum in 1997. Het Oekraïense verblijfsdocument is daarop immers gebaseerd. De rechtbank acht de verklaring van eiseres voor de documenten op haar telefoon aannemelijk. Eiseres heeft daarnaast in het aanmeld- en nader gehoor consequent gesteld dat zij niet anders weet dan dat zij is geboren in 2006. Verweerder had in deze omstandigheden ook reden moeten zien om de leeftijd van eiseres te onderzoeken.
8.2
De rechtbank volgt verweerder wel in zijn standpunt dat de door eiseres bij de zienswijze ingebracht kopie van haar Somalische geboorteakte onvoldoende is, omdat verweerder deze kopie niet kan controleren op authenticiteit. Bovendien kan worden betwijfeld of dit een kopie is van een originele geboorteakte. Zo heeft eiseres ter zitting verklaard het document via een bekende in de opvang te hebben geregeld en is de afgiftedatum op de kopie gelijk aan de datum van het voornemen. De hierop betrekking hebbende beroepsgrond slaagt niet.
8.3
Gelet op het voorgaande heeft verweerder het besluit wat betreft de vaststelling van de leeftijd van eiseres onzorgvuldig voorbereid en niet deugdelijk gemotiveerd. De rechtbank wijst er in dit verband op dat de vraag of eiseres minderjarig is of niet, van groot belang is en dus grote zorgvuldigheid vereist. Zo heeft haar leeftijd invloed op de waardering van de door haar afgelegde verklaringen. Enerzijds dient met haar minderjarigheid rekening te worden gehouden bij het horen en bij de vraag of de tijdens die gehoren afgelegde verklaringen geloofwaardig zijn. Anderzijds heeft haar leeftijd invloed op de geloofwaardigheid van de verklaring dat zij door Al-Shabaab gedwongen werd een huwelijk aan te gaan. Ook heeft de vraag of zij minderjarig is invloed op de waarborgen ter zake van de asielprocedure en een eventueel toekomstig terugkeerbesluit. Reeds hierom is het beroep gegrond.
Heeft verweerder deugdelijk gemotiveerd dat de problemen met Al-Shabaab niet geloofwaardig zijn?
De moord op de vader van eiseres
9. De rechtbank volgt eiseres erin dat er geen sprake hoeft te zijn van een tegenstrijdigheid in haar verklaringen over haar problemen met Al-Shabaab. Eiseres heeft bij het aanmeldgehoor verklaard dat haar vader is vermoord door Al-Shabaab, dat zij hem dwongen om belasting te betalen en dat zij hem hebben gegijzeld en onthoofd. [8] Dit betekent niet dat zij heeft verklaard dat hij is vermoord ómdat hij die belasting niet wilde betalen en ook niet dat dit de enige reden was. Zij had bij dat gehoor eerder verklaard dat Al-Shabaab haar wilde uithuwelijken aan één van hun eigen leden, direct volgend op de verklaring dat Al-Shabaab haar vader had vermoord. [9] Dit wijst op een verband tussen het mogelijke uithuwelijken en de problemen van de vader met Al-Shabaab. Eiseres heeft vervolgens bij het nader gehoor verklaard dat haar vader tegen Al-Shabaab was. Al-Shabaab perste hem af door hem steeds te vragen om een deel van zijn inkomen aan hen af te staan en dat was heel moeilijk voor het gezin. De man van Al-Shabaab die de belasting int, heeft vervolgens aan eiseres haar vader om haar hand gevraagd. Haar vader zei dat hij dat niet wilde omdat ten eerste hij lid was van Al-Shabaab, ten tweede er een groot leeftijdsverschil zit tussen de man en eiseres en ten derde de man al twee vrouwen heeft. [10] Ook heeft zij bij het nader gehoor verklaard dat de problemen over de zakat-betaling al uit het verleden stamden en daarom, en vanwege een belediging en omdat hij haar niet wilde uithuwelijken, is gedood. [11] Dit alles wijst erop dat eiseres van meet af aan heeft verklaard over een aantal samenhangende problemen tussen eiseres’ vader en Al-Shabaab. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat eiseres niet inzichtelijk heeft verklaard over de reden voor de dood van haar vader.
9.1
De rechtbank stelt verder vast dat de verklaringen van eiseres steun vinden in de beschikbare landeninformatie. Beide problemen (het niet-betalen van belasting en het niet voldoen aan een wens tot uithuwelijking) kunnen, gezien de informatie in het Algemeen Ambtsbericht Somalië van juni 2023, leiden tot (grote) problemen met Al-Shabaab. Zoals eiseres terecht heeft gesteld wijst het Ambtsbericht verder op een connectie tussen het innen van belasting door Al-Shabaab en het dwingen tot uithuwelijken en/of rekruteren door Al-Shabaab. [12] Er staat namelijk dat families die de belasting niet konden opbrengen, werden gedwongen hun kinderen af te staan aan Al-Shabaab. Dit wijst er ook op dat de door eiseres genoemde redenen voor de gestelde problemen met Al-Shabaab, die hebben geleid tot de dood van haar vader, kunnen samenhangen en dus niet tegenstrijdig hoeven te zijn. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank het besluit niet deugdelijk gemotiveerd aan de hand van de beschikbare landeninformatie. De beroepsgrond slaagt.
De chronologie van de gebeurtenissen
9.2
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich niet terecht op het standpunt gesteld dat de chronologie van de gebeurtenissen onduidelijk is. Uit de door eiseres afgelegde verklaringen bij het nader gehoor blijkt juist dat de problemen van haar vader met Al-Shabaab vanwege het niet betalen van belasting al langer speelden. [13] Dit op zich kan dus een reden vormen voor de snelle opeenvolging van de gestelde gebeurtenissen over de dood van de vader. Verder wijzen de verklaringen erop dat de vader de oproep kreeg op de markt [14] terwijl de problemen over de gedwongen uithuwelijking al langer speelden, maar dat eiseres dit niet wist. [15] De snelheid waarmee alle gebeurtenissen hebben plaatsgevonden kunnen bovendien ook een verklaring bieden voor de summier- en vaagheden. Eiseres heeft als gevolg van dit tijdsverloop mogelijk ook geen navraag kunnen doen bij haar moeder. Naar het oordeel van de rechtbank is het aan verweerder om nader te motiveren waarom dit niet geloofwaardig zou zijn en waarom de chronologie onduidelijk is.
9.3
De rechtbank stelt daartoe vast dat eiseres steeds heeft verklaard dat de inval en de moord op haar vader in juni 2021 hebben plaatsgevonden. [16] Dit is, anders dan verweerder stelt, een benadering van de datum van de inval. Het stemt ook overeen met haar vluchtverhaal, namelijk dat ze in juli 2021 is vertrokken. Verder blijkt uit het rapport van MediFirst dat eiseres heeft aangegeven moeite te hebben met exacte data. Daarmee moest verweerder bij het nader gehoor rekening houden. Dat zij volgend op de mishandeling voor een operatie zou zijn opgenomen in een ziekenhuis leidt er niet toe dat zij gedetailleerder daarover had moeten verklaren. Verweerder accepteert immers in het bestreden besluit dat van de opname geen bewijs voorhanden is [17] , en daarmee ook niet van de exacte datum daarvan.
Het huwelijksaanzoek, [naam] , de inval in huis en de gebeurtenissen na de dood van de vader
9.4
Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank deugdelijk gemotiveerd dat eiseres vaag en summier heeft verklaard over de inval in huis, het huwelijksaanzoek en over de man [naam] . Eiseres heeft wisselend verklaard over of en hoe het contact met Al-Shabaab via haar moeder of via haar koranleraar liep. Ook blijft onduidelijk waarom zij geen en haar broertje wel uitstel kreeg van Al-Shabaab. De rechtbank acht het hierbij van belang dat eiseres ook meerdere keren, als verweerder doorvraagt op detailniveau, heeft verklaard dat ze iets niet weet. Verweerder werpt dit alles vervolgens aan eiseres tegen in het kader van de geloofwaardigheidsbeoordeling. In dat kader is relevant dat eiseres, zoals hiervoor overwogen, misschien minderjarig is. Dat kan een reden zijn dat zij weinig wist van alles wat er gebeurde. Verweerder moet daarom eerst onderzoek doen naar de leeftijd van eiseres en dan opnieuw beoordelen of dit aan eiseres kan worden tegengeworpen. Het kan er namelijk toe leiden dat eiseres vanwege haar leeftijd de informatie alleen ‘van horen zeggen’ heeft. Maar ook als eiseres niet minderjarig is kan haar positie als jonge vrouw ertoe hebben geleid dat zij slechts beperkte informatie heeft kunnen krijgen. Zij heeft zelf ook verklaard dat zij over het gesprek tussen haar vader en de man van Al-Shabaab op de markt in juni 2021 alleen heeft gehoord door te luisteren naar het gesprek tussen haar vader en moeder. [18] En zoals gezegd kan ook de snelheid waarmee alle gebeurtenissen hebben plaatsgevonden een verklaring bieden voor de summier- en vaagheden.
9.5
De rechtbank is hierbij van oordeel dat verweerder onvoldoende op de voorgenoemde redenen voor de summiere en vage verklaringen van eiseres is ingegaan en dient dit alsnog te doen. Daarbij komt dat eiseres wel andere details heeft gegeven, bijvoorbeeld dat er een geweer was bevestigd op de auto die tijdens de inval werd gebruikt [19] , waarom zij op school was en de andere kinderen niet [20] , waar ze vlak vóór die inval thee zaten te drinken en op welke wijze ze werden mishandeld bij de inval [21] , welk beroep [naam] had voorafgaand aan de machtsovername door Al-Shabaab en welke naam hij eerder had, [22] en ook waarom zij kennis had over [naam] ondanks dat zij hem nog nooit had gezien. [23]
Conclusie
9.6
Gelet op het voorgaande, komt de rechtbank tot de conclusie dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de problemen van eiseres met Al-Shabaab ongeloofwaardig zijn.
Heeft verweerder op deugdelijk gemotiveerd dat eiseres niet valt onder het beleid ten aanzien van alleenstaande vrouwen afkomstig uit Somalië?
10. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het relevant is dat de band met het ouderlijke gezin niet is verbroken. Verweerder neemt namelijk aan dat de vader van eiseres dood is en dat zij alleen nog haar moeder en jongere broers en zussen heeft om op terug te vallen. Dat van hen enige hulp en bescherming tegen Al-Shabaab verwacht mag worden verwacht dient verweerder uit te leggen, aangezien hij als uitgangspunt aanneemt dat een alleenstaande vrouw in Somalië een reëel risico loopt op ernstige schade en de moeder van eiseres als alleenstaande vrouw zou kunnen worden aangemerkt. Het uitgangspunt geldt voor eiseres ook als haar persoonlijke problemen met Al-Shabaab niet geloofwaardig kunnen worden geacht.
10.1
De rechtbank is echter ook van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres onduidelijk heeft verklaard over de mogelijkheden tot contact met haar familie. Bij het nader gehoor verklaarde ze dat haar oom het telefoonnummer heeft van haar moeder, die naar het platteland is gevlucht, en dat hij vertelde dat hij met haar had gebeld. [24] Ter zitting heeft eiseres echter verklaard dat zij geen contact met haar moeder kan opnemen omdat zij geen telefoon heeft.
10.2
De rechtbank is vanwege het eerder overwogene [25] ook van oordeel dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft dat eiseres een oom heeft in Mogadishu waarop zij kan terugvallen. Hij heeft haar geholpen met de uitreis naar Oekraïne, onder meer door het regelen van papieren, een reisagent, vervoer naar de luchthaven en een telefoon, als ook het tussentijdse verblijf in Nairobi [26] . Toen zij in Polen problemen kreeg, heeft hij haar opnieuw geholpen. [27] Onder die omstandigheden is het aan eiseres om aannemelijk te maken waarom haar oom haar bij terugkeer niet zou helpen. Dat heeft zij niet voldoende gedaan. Daarbij is het ook relevant dat is gesteld noch aannemelijk is gemaakt dat zij lid is van een minderheidsclan en daarom in een kwetsbare positie zou verkeren bij terugkeer naar Somalië.
10.3
Gezien het voorgaande heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat eiseres niet als alleenstaande vrouw wordt aangemerkt. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

11. Verweerder heeft de aanvraag ten onrechte afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd in strijd is met artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten of om zelf in de zaak te voorzien. Ook draagt de rechtbank niet aan verweerder op om het gebrek te herstellen met een betere motivering of een ander besluit (een zogenoemde bestuurlijke lus). Dit omdat dit volgens de rechtbank geen doelmatige en efficiënte manier is om de zaak af te doen.
12.1
De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat verweerder een nieuw besluit moet nemen en daarbij rekening houdt met deze uitspraak. De rechtbank geeft verweerder hiervoor een termijn van 12 weken.
12.2
Omdat de rechtbank uitspraak doet over het beroep van eiseres, is het treffen van een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
12.3
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten.
Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 2.625,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroep- en verzoekschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 12 oktober 2023;
- draagt verweerder op binnen 12 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan eiseres.
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.N. van Rijn, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. L. Meijer, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak kan, voor zover het de hoofdzaak betreft, een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Vreemdelingencirculaire 2000.
2.Vreemdelingenwet 2000.
3.Alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
4.Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel.
5.Immigratie- en Naturalisatiedienst.
6.Vergelijk laatste alinea van paragraaf 2.1 van Werkinstructie 2023/6.
7.Rapport Nader gehoor, pagina’s 4, 21 en 22.
8.Rapport Aanmeldgehoor, pagina 14.
9.Rapport Aanmeldgehoor, pagina 5.
10.Rapport Nader gehoor, pagina 5.
11.Rapport Nader gehoor, pagina 6.
12.Algemeen ambtsbericht Somalië juni 2023, pagina 41-42.
13.Rapport Nader gehoor, pagina 8.
14.Rapport Nader gehoor, pagina 10.
15.Rapport Nader gehoor, pagina 12 en 13.
16.Rapport Aanmeld gehoor, pagina 14 en Rapport Nader gehoor, pagina 5.
17.Bestreden besluit pagina 4.
18.Rapport Nader gehoor, pagina 9.
19.Rapport Nader gehoor, pagina 6.
20.Verklaring eiseres ter zitting.
21.Rapport Nader gehoor, pagina 13.
22.Rapport Nader gehoor, pagina’s 10, 11 en 19.
23.Rapport Nader gehoor, pagina 19.
24.Rapport Nader gehoor, pagina’s 16-17.
25.Zie 8.1.
26.Rapport Aanmeldgehoor pagina 9.
27.Rapport Aanmeldgehoor pagina 10.