Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Eiseres heeft de Turkse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1998. Op
4.De rechtbank overweegt als volgt.
mr.M.B.J. Schreijen, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Turkse eiseres die samen met haar religieuze huwelijkspartner asiel heeft aangevraagd in Nederland. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag van de eiseres niet in behandeling genomen, met het argument dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank oordeelde echter dat de eiseres haar asielaanvraag in Duitsland impliciet had ingetrokken en dat de Staatssecretaris ten onrechte had nagelaten de Duitse autoriteiten te informeren over de partner van de eiseres. De rechtbank concludeerde dat de eiseres en haar partner als gezinsleden moesten worden aangemerkt volgens artikel 10 van de Dublinverordening, omdat zij een duurzame relatie hadden, zowel in Nederland als in hun land van herkomst. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Staatssecretaris op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiseres tot een bedrag van € 1.750,00.