Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Igdeli, had een aanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.5445) die betrekking heeft op het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht.