ECLI:NL:RBDHA:2024:3827
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing asielaanvraag
Op 20 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, nadat zijn asielaanvraag op 12 februari 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens was er een terugkeerbesluit en een inreisverbod opgelegd. Het beroep van de verzoeker tegen het bestreden besluit was geregistreerd onder zaaknummer NL24.5924.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 14 maart 2024 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het samenhangende beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en werd het verzoek om deze voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter, mr. M. Munsterman, heeft in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen deze beslissing genomen. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.