ECLI:NL:RBDHA:2024:3792

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
10902877 RP VERZ 24-50051
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen

In deze zaak heeft de werknemer, die sinds 1 november 2019 in dienst was bij de vereniging 50Plus, verzocht om vernietiging van haar ontslag op staande voet en om doorbetaling van haar loon. De werknemer was voorzitter van de 50Plusfractie in de Provinciale Staten van Noord-Holland en had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 2 december 2023 werd zij op staande voet ontslagen, omdat 50Plus stelde dat zij niet voldoende meewerkte aan een door de bedrijfsarts aanbevolen mediation en dat er een ernstig verstoorde arbeidsverhouding was. De werknemer betwistte deze claims en stelde dat het ontslag onterecht was.

De kantonrechter oordeelde dat de redenen voor het ontslag op staande voet niet voldoende waren om dit ontslag te rechtvaardigen. De rechter stelde vast dat de werknemer niet kon worden verweten dat zij naar Suriname was afgereisd voor de begrafenis van haar vader en dat de communicatie over haar ziekenhuisopname niet correct was. De kantonrechter vernietigde het ontslag en verplichtte 50Plus om de werknemer binnen 48 uur toe te laten tot haar werkzaamheden, met een dwangsom bij niet-nakoming.

Daarnaast werd 50Plus veroordeeld tot betaling van het achterstallig loon, een schadevergoeding van € 7.500,- voor reputatieschade, en tot rectificatie van onrechtmatige publicaties over de werknemer. De vorderingen van 50Plus tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werden afgewezen, omdat er geen sprake was van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. De proceskosten werden toegewezen aan de werknemer.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Den Haag
JvdB/c
Zaaknummer: 10902877 RP VERZ 24-50051
Datum: 15 maart 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoekster] ,wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in de hoofdzaak en in het incident,
verweerster in de zaak van het voorwaardelijk tegenverzoek,
verder te noemen: werknemer,
gemachtigde: mr. J. Kaldenberg,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid 50PLUS,gevestigd te Den Haag,
verweerster in de hoofdzaak en in het incident,
verweerster in de zaak van het voorwaardelijk tegenverzoek,
verder te noemen: 50Plus
gemachtigde: mr. C.P.R.M. Dekker.
1. Het procesverloop in het verzoek, het incident en het voorwaardelijk tegenverzoek
1.1. De werknemer heeft de kantonrechter, bij verzoekschrift, bij de griffie ingekomen op 26 januari 2024, primair verzocht het aan haar gegeven ontslag op staande voet te vernietigen. De werknemer heeft daarnaast een aantal nevenverzoeken en een verzoek op grond van artikel 223 Rv gedaan. 50Plus heeft een verweerschrift ingediend. Gelijktijdig heeft 50Plus bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b sub a jo. artikel 7:669 lid 3 sub e, g of i BW verzocht.
1.2. Op 1 maart 2024 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Werknemer is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. J. Kaldenberg. Namens 50Plus zijn de heren [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] verschenen, bijgestaan door mr. C.P.R.M. Dekker. Tijdens de mondelinge behandeling zijn door beide partijen pleitaantekeningen overgelegd, die zich in het procesdossier bevinden. Van het overige verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt die zich tevens in het procesdossier bevinden.
1.3. Na de mondelinge behandeling is de uitspraakdatum bepaald op heden.

2.De feiten in het verzoek, het incident en het voorwaardelijk tegenverzoek

2.1.
De werknemer, geboren op [geboortedag] 1961, is op 1 november 2019 bij 50Plus in dienst getreden. De werknemer was laatstelijk werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor 36 uur per week in de functie van manager partijbureau tegen een salaris van € 4.848,81 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag.
2.2.
Sinds april 2023 is de werknemer voorzitter van de 50Plusfractie in de Provinciale Staten van Noord-Holland.
2.3.
In juni 2023 is een nieuw (hoofd)bestuur van 50Plus gekozen. Het bestuur van 50Plus bestaat op dit moment uit de heer [naam 4] (hierna: [naam 4] ), voorzitter, de heer [naam 5] (hierna: [naam 5] ),penningmeester en (waarnemend) secretaris. Daarnaast wordt het bestuur gevormd door mevrouw [naam 6] (hierna: [naam 6] ) in de rol van vice-voorzitter. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door [naam 4] en [naam 5] .
2.4.
Het partijbureau van 50Plus bestond uit een tweetal medewerkers, de werknemer en de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ). [naam 3] is thans niet meer werkzaam voor 50Plus.
2.5.
Op 24 augustus 2023 heeft de werknemer van [naam 4] een e-mail ontvangen waarin zij per direct uit haar functie is ontheven. In die e-mail staat – voor zover hier relevant – het volgende:
“(…)
Ik refereer aan de email van afgelopen maandag 21 augustus waarin ik je het volgende verzocht:
Quote:
Mensen hebben vakantie nodig. Hoe goed ook bedoeld, maar liever zie ik dat de werkzaamheden dusdanig worden overgedragen dat ten tijde van je vakantie het niet nodig is hiervoor, ook al ben je thuis, je vakantie te onderbreken.
Geniet dus zonder onderbreking verder van je vakantie.
Unquote
Het blijkt echter dat je desondanks deze week aan je collega [naam 3] herhaaldelijk om vertrouwelijke informatie vraagt over zowel de programma commissie als de KSC.
Ik vind dit ernstig en bijzonder kwalijk omdat je daarmee niet alleen voorbij gaat aan mijn verzoek, maar bovenal gezien je kandidaatstelling voor de as. Tweede Kamer verkiezingen flagrant inbreuk pleegt op de vertrouwelijkheid van informatie over de lopende processen.
Het is daarom dat ik [naam 7] , de voorzitter van de KSC, namens het DB heb gevraagd de lopende procedures te bewaken. Hij zal daartoe de komende tijd dagelijks, doch op wisselende tijden, aanwezig zijn op het partijkantoor.
Met directe ingang zal [naam 3] de leiding van het kantoor overnemen en zullen jouw werkzaamheden, door tussenkomst van [naam 3] , tot aan de verkiezingen uitsluitend uitvoerend zijn.
Alle dossiers onder jouw beheer dienen daarom te worden overgedragen aan [naam 3] . Tevens is het jou niet langer toegestaan via het 50PLUS netwerk naar buiten toe te communiceren. (…)”
2.6.
Op 5 september 2023 heeft de werknemer zich ziek gemeld.
2.7.
De werknemer is een kortgeding procedure gestart waarin zij vorderde toegelaten te worden tot haar gebruikelijke werkzaamheden en opheffing van alle andere door 50Plus aangezegde maatregelen.
2.8.
De werknemer heeft op 26 september 2023 een telefonisch consult met de bedrijfsarts gehad. De bedrijfsarts adviseerde – voor zover hier relevant – het volgende:
“(…)
Ik sprak [de werknemer] op mijn spreekuur van 26-09-2023 telefonisch. Er is sprake van ziekte rechtstreeks ten gevolge van een conflict.
Het conflict dient opgelost te worden. Hierbij adviseer ik het opstarten van mediation. (…)”
2.9.
Op 23 oktober 2023 is de vader van de werknemer, die woonachtig was in Suriname, overleden. In een e-mail van diezelfde dag heeft de gemachtigde van de werknemer de (toenmalige) gemachtigde van 50Plus hiervan in kennis gesteld en is aangekondigd dat de werknemer genoodzaakt was om naar Suriname af te reizen.
2.10.
Bij vonnis van 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in het kort geding en zijn de vorderingen van de werknemer afgewezen.
2.11.
Op 3 november 2023 heeft 50Plus naar aanleiding van de uitspraak in het kort geding het volgende nieuwsbericht op haar website geplaatst:
2.12.
Per e-mail van diezelfde dag heeft de werknemer 50Plus gesommeerd om de publicatie, het vonnis en iedere verwijzing daarnaar onmiddellijk te verwijderen. Aan die sommatie heeft 50Plus geen gehoor gegeven.
2.13.
Op 9 november 2023 heeft 50Plus een door [naam 5] gedane aangifte op haar website geplaatst waarin de werknemer met naam en toenaam wordt genoemd.
2.14.
Tussen partijen stond een eerste mediation sessie gepland voor 28 november 2023 om 13:30 uur. De avond voor het geplande mediationgesprek heeft de gemachtigde van 50Plus aan de betrokken partijen bericht dat alleen [naam 5] tijdens het gesprek aanwezig zou zijn. Per e-mail van 28 november, 10:11 uur, heeft (de gemachtigde van) de werknemer daar vervolgens als volgt op gereageerd:
“(…)
In aanloop naar de sessie van vanmiddag wenst cliënte haar teleurstelling uit te spreken dat namens 50Plus alleen heer [naam 5] aanwezig is.
Het conflict doet zich namelijk voor in de verhouding met [naam 5] en [naam 4] . Voor een effectief herstel van de verhoudingen, was aanwezigheid van [naam 4] daarom zeer relevant.
Gezien deze wijziging op het allerlaatste moment, acht cliënte het nu niet zinvol meer de sessie van vandaag nog te verplaatsen. Voor een eventueel vervolg benadrukt cliënte wel dat aanwezigheid van [naam 4] vereist is. (…)”
Per e-mail van 28 november 2023 om 10:41 uur heeft (de gemachtigde van) de werknemer aan de mediator, 50Plus en de gemachtigde van 50Plus nog het volgende bericht verstuurd:
“Allen,
Mijn onderstaand bericht is helaas achterhaald.
Cliënte heeft het vervelende bericht ontvangen dat haar moeder is opgenomen in het ziekenhuis en het niet goed gaat. Dat betekent dat zij niet in staat is om vanmiddag het gesprek aan te gaan en bij haar moeder zal verblijven.
Ik stelde daar mevrouw De Jong zojuist telefonisch van op de hoogte.
Zal zo spoedig mogelijk de data opgeven waarop cliënte en ik beschikbaar zijn voor een nieuw te plannen sessie.(…)”
2.15.
Op 28 november 2023 om 15:32 uur heeft de werknemer vervolgens aan haar gemachtigde, de mediator, 50Plus en de gemachtigde van 50Plus verstuurd:
“Goedemiddag,
Het gaat om mijn schoonmoeder en ik kan 13, 20 en 21/12.”(…)
2.16.
Op 2 december 2023 heeft de werknemer een e-mail met daarbij een ‘DB-besluit’ van [naam 5] ontvangen met de volgende inhoud:
Betreft: DB-besluit
Het dagelijks bestuur van de vereniging politieke partij 50PLUS heeft het volgende besloten:
Besluit:
Het DB heeft besloten om [de werknemer] per direct op staande voet te ontslaan.
Motivering:
- [De werknemer], verder […], werkt niet voldoende mee aan de door de bedrijfsarts aan bevolen mediation;
- Tussen [de werknemer] en de vereniging 50PLUS is een arbeidsgeschil ontstaan.
- Dit geschil is voor een zeer groot deel toe rekenen aan [de werknemer], wij verwijzen naar de KG-uitspraak;
- In die uitspraak van het door [de werknemer] werd zijn in alle punten in het ongelijk gesteld.
- Al half oktober verplichte de bedrijfsarts tot mediation met de werkgever;
- Kort na de uitspraak is [de werknemer] spoorslags vertrokken naar Suriname voor de begrafenis van haar vader. Van het overlijden van haar vader en de duur van hij verblijf in Suriname heeft zij mededeling gedaan aan haar werkgever. Ook gaf zij willens en wetens geen antwoord gegeven op vragen van de werkgever;
- Pas op 9 november werd werkgever bekend dat zij al op 1 november terug in Nederland was;
- Aan bemiddeling via door de werkgever voorgestelde mediators wilde zij geen deelneming verlenen.
- Ook gaf zij aan niet met de secretaris (wnd.) de mediation te doen.
- Uiteindelijk kwam het tot een eerste afspraak tot mediation op 28 november om 13:30 uur in Den Haag bij [naam 8] .
- Rond 10 uur die dag verstuurde de advocaat van [de werknemer] een mededeling dat de mediation niet doorging omdat deze plaats vond van als vertegenwoordiger van de werkgever de secretaris (wnd.) On omwonden eiste [de werknemer] dat ook met de voorzitter moest deelnemen aan de mediation. Zij stelde deze kort voor de aanvang van de eerste mediation.
- Rond 12 uur werd de secretaris (wnd.) op de hoogte gesteld door [naam 8] ‘dat haar moeder plots in het ziekenhuis was opgenomen’ en dat zij daarom niet aan de mediation kom meedoen.
- Deze lezing werd per mail door haar advocaat bevestigd.
- De moeder van [de werknemer] is al in 2020 ontslapen.
- Op grond van het bovenstaande is het DB tot bovenstaand besluit gekomen.”
Het besluit is ondertekend door [naam 5] en [naam 4] .
2.17.
Op 3 december 2023 heeft de werknemer een aanvullende brief van 50Plus ontvangen, waarin – voor zover hier relevant – het volgende staat:
“Betreft: Uitwerking DB-besluit ontslag op staande voet
Geachte […],
Graag uw aandacht voor het onderstaande:
- Onlangs bent u door ons op staande voet ontslagen.
- Nu het einde van de arbeidsovereenkomst hoofdzakelijk aan uw gedragingen te wijten is kan de vereniging 50PLUS op grond daarvan een vergoeding van u vragen.
- De vergoeding bedraagt een maandsalaris.
- 50PLUS zal van deze mogelijkheid gebruik maken.
- Bij de eindafrekening zullen wij dan ook een maandsalaris in aftrek brengen.
- Als verantwoordelijk partijkantoormanager had er moeten toezien dat er een administratie van verlof dagen was. Deze bleek te ontbreken.
- Het aantal verlofdagen zal daarom door ons geschat in redelijkheid geschat moeten worden.
- Daarnaast heeft bedrijfseigendommen in bezit. Deze dient u per ommegaande bij ons kantoor aan de Kneuterdijk in te leveren.
- Levert u de uw iPhone niet in dan zullen wij u daarvoor een bedrag van € 1.000 in rekening brengen.
- Het is onze insteek om zo snel mogelijk tot een eindafrekening met u te komen.
- Ook bent u nog in bezit van sleutels van het partijkantoor. Deze dient u onverwijld in te leveren. Doet u dat niet dan zullen wij de kosten die de verhuurder ons daarvoor in rekening brengt ook te vergoeden.
Graag zouden wij de bedrijfseigendommen en sleutels zo spoedig mogelijk ingeleverd zien. Raadpleging van de Staten-agenda en provinciale staten Zuid-Holland dat u komende maandag en dinsdag geen staten verplichtingen heeft. Wij verzoeken u dan ook op een van deze twee dagen een afspraak te maken om de goederen in te leveren. U zult dan een bewijs van ontvangst van ons krijgen. (…)”
2.18.
Op 3 december 2023 is een nieuwsbrief aan de leden van 50Plus rondgestuurd. Over de werknemer is het volgende in de nieuwsbrief geschreven:
2.19.
Op 9 december 2023 is op de website van 50Plus een ‘onderzoeksverslag van de voorzitter van de financiële commissie’ gepubliceerd. Het onderzoeksverslag is daarnaast in de nieuwsbrief met de leden van 50Plus gedeeld. In het onderzoeksverslag wordt – voor zover hier relevant – het volgende over de partijkantoormanager geschreven:
“(…)
Kwestie I: De gang van zaken tot het in rekening brengen van de contributie
(…)
Navraag bij de van het partijkantoormanager leverde op dat de contributie niet in die decembermaand in rekening was gebracht maar veel later. Er werd nogal laconiek over gedaan. Ook werd er niet open over gecommuniceerd. Uit de bankboeken bleek al snel dat niet aan contributie een bedrag van € 25 per persoon was geïnd maar een bedrag van € 12. Navraag bij de partijkantoormanager leverde op dat zij daartoe opdracht had gegeven omdat besloten was de contributie te verlagen in verband met de hoge inflatie.
De penningmeester heeft de partijkantoormanager gevraagd om hem het besluit van de AV te doen toekomen. Tot op heden heeft hij dit besluit niet mogen ontvangen.
(…)
Kort nadat de partijkantoormanager de bevoegdheid tot het betreden van het kantoor was ontzegd heeft de penningmeester zijn onderzoek voortgezet. Hij heeft een gesprek gehad met de kantoormedewerker. Deze voerde de door de partijkantoormanager opgedragen werkzaamheden uit. Hij was van mening dat er iets niet klopte met de hoogte van de geinde contributie. Hem aansprekend op zijn verantwoordelijkheid beriep hij zich op het feit dat zijn leidinggevende het niet op prijs stelde dat hij vragen stelde maar dat hij gewoon moest doen wat hem, een man van 63 jaar, opgedragen werd. En stelde hij, hij had de partijkantoormanager wel eens tegengesproken op een kwestie en toen heeft hij dit een half jaar lang moeten bezuren. Niet bepaald een open werkcultuur die optimaal gebruik maakt van capaciteiten van mensen.
De voorzitter van de financiële commissie heeft geconstateerd dat de contributieverlaging van € 25 naar € 12 niet te vinden is een besluit van de algemene vergadering of in een besluit van HB of DB. Ook is deze verlaging niet vastgelegd in enig verslag. (…)
Conclusie I:
(…)
In het licht van de dominante positie van de partijkantoormanager staat buiten kijf dat deze een centrale rol heeft gespeeld in deze onrechtmatigheid. (…) Centraal staat het duo [naam 9] -partijkantoormanager. (…) Hiermee wordt het aannemelijk dat [naam 9] feitelijk de leiding had, daarbij geassisteerd door de partijkantoormanager die sturend op trad naar de kantoormedewerker. Deze kantoormedewerker werd door voormeld duo feitelijk als instrument gebruikt om deze fraude te realiseren. (…)”
2.20.
Op 18 december 2023 is een nieuwsbericht op de website van 50Plus geplaatst waarin [naam 4] en [naam 5] hebben aangekondigd dat zij de vereniging gaan verlaten.
2.21.
Op 30 maart 2024 zal een Algemene Ledenvergadering van 50Plus plaatsvinden.

3.Het verzoek van werknemer

3.1.
De werknemer verzoekt, na haar verzoek te hebben vermeerderd, bij beschikking en uitvoerbaar bij voorraad:
In het incident ex artikel 223 Rv
1. bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van het geding 50Plus te veroordelen tot betaling aan de werknemer van het loon ter hoogte van € 4.848,81 bruto per maand, te vermeerderen met de vakantiebijslag en overige emolumenten en onder aftrek van hetgeen reeds is betaald, vanaf oktober 2023 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
2. bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van het geding 50Plus te veroordelen de werknemer in staat te stellen om de bedongen werkzaamheden te verrichten, onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag of een gedeelte van een dag dat 50Plus in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 100.000,-;
3. 50 Plus te veroordelen in de kosten van het incident.
In de hoofdzaak
Primair
4. het ontslag op staande voet te vernietigen;
5. 50 Plus te verplichten om de werknemer binnen 48 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag of een gedeelte van een dag dat 50Plus in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 100.000,-;
6. 50 Plus te veroordelen tot betaling van het loon van de werknemer van € 4.848,81 bruto, te vermeerderen met de overeengekomen emolumenten vanaf 2 december 2023 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
7. 50 Plus te veroordelen tot betaling van een bedrag ter hoogte van € 25.000,- uit hoofde van (voorlopig) berekende (reputatie-)schade als gevolg van door 50Plus verspreide onrechtmatige publicaties en berichtgeving over de werknemer, dan wel een door de kantonrechter te bepalen bedrag aan schadevergoeding;
8. voor recht te verklaren dat het saldo aan opgebouwde doch niet genoten vakantiedagen minimaal 23 dagen bedraagt, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen saldo;
Subsidiair
9. 50 Plus te veroordelen tot betaling aan de werknemer van een transitievergoeding ter hoogte van € 7.138,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen transitievergoeding;
10. 50 Plus te veroordelen tot betaling aan de werknemer van de billijke vergoeding ter hoogte van € 228.355,80 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip vanaf opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel een door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding;
11. 50 Plus te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.821,- bruto uit hoofde van pensioennadeel dat de werknemer als gevolg van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft geleden en lijdt;
12. aan de werknemer een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen ter hoogte van € 10.316,34 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging;
13. 50 Plus te veroordelen tot betaling aan de werknemer van de vakantiebijslag (althans het pro rata gedeelte daarvan) ter hoogte van € 1.783,86 bruto;
14. 50 Plus te veroordelen tot betaling aan de werknemer van het saldo aan opgebouwde docht niet genoten vakantiedagen ter hoogte van 23 dagen en derhalve een bedrag van € 5.146,85 bruto, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag aan openstaand verlof;
Primair en subsidiair
15. 50 Plus te gebieden al haar berichtgeving op de website waarin de werknemer met naam wordt genoemd, dan wel waarin te herleiden is dat het om de werknemer gaat (bijvoorbeeld vanwege de duiding van functie), binnen 48 uur na betekening van de te geven beschikking, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of een gedeelte van een dag, met een maximum van € 50.000,-, te verwijderen en verwijderd te houden;
16. 50 Plus te gebieden om, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of een gedeelte van een dag, met een maximum van € 50.000,- indien 50Plus in gebreke blijft, binnen 48 uur na betekening van de te geven beschikking een rectificatie in een nieuwsbrief onder de leden van 50Plus te verspreiden, met als inhoud de volgende tekst:
“In de nieuwsbrief van 3 december 2023 was een bericht opgenomen over het ontslag op staande voet van manager partijbureau [naam 10] . Daarin staat dat [naam 10] op staande voet is ontslagen onder meer omdat zij niet meegewerkt zou hebben aan een door de bedrijfsarts aanbevolen mediation en gesteld zou hebben een mediationgesprek niet bij te kunnen worden vanwege ziekenhuisopname van haar moeder. In het bericht zijn voorts diverse andere verwijten aan [naam 10] gemaakt. [naam 10] heeft haar ontslag aangevochten bij de rechter en die heeft haar in het gelijk gesteld. 50Plus had [naam 10] dus niet mogen ontslaan. Wij erkennen dat in de berichtgeving onjuistheden zijn opgenomen en betreuren dat deze mededelingen over [naam 10] in de nieuwsbrief zijn gedaan. Dit had niet mogen gebeuren. Wij bieden [naam 10] namens 50Plus hiervoor openlijk excuses aan. Zij is door ons handelen ten onrechte in haar eer en goede naam aangetast.
Namens 50Plus, [naam 4] en [naam 1] ”
17. 50 Plus te veroordelen tot betaling van het achterstallig loon over oktober 2023 ter hoogte van € 2.789,32 netto en over november 2023 ter hoogte van € 544,66 netto, zulks tevens te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der voldoening;
18. 50 Plus te veroordelen tot vergoeding van door de werknemer te maken kosten voor de inschakeling van deskundigen, ter vaststelling van de door haar geleden en te lijden schade, welke kosten in het kader van het vastgestelde pensioennadeel € 260,15 inclusief btw bedragen;
19. 50 Plus te veroordelen tot vergoeding van door de werknemer gemaakte onkosten in verband met de ter beschikking gestelde mobiele telefoon ter hoogte van € 1.266,99 netto;
20. voor recht te verklaren dat de werknemer geen (on-)kosten c.q. vergoeding aan 50Plus verschuldigd is in verband met: (1) het mediationtraject dat heeft plaatsgevonden, (2) sleutels, dan wel de vervanging van sloten, (3) enige vergoeding in verband met het ontslag, zoals de vergoeding ex artikel 7:672 lid 11 BW en deze kosten c.q. een vergoeding ten aanzien van (4) de iPhone maximaal € 200,- respectievelijk (5) de PC maximaal € 133,31 bedragen;
21. 50 Plus te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan haar primaire verzoek legt de werknemer – kort gezegd – ten grondslag dat de feiten die 50Plus ten grondslag heeft gelegd aan het ontslag op staande voet niet een ontslag op staande voet kunnen rechtvaardigen. Daarnaast is het ontslag op staande voet ook niet onverwijld gegeven. De werknemer verzoekt daarom vernietiging van het ontslag en 50Plus te veroordelen tot doorbetaling van loon en wedertewerkstelling. Aan haar nevenverzoeken legt de werknemer ten grondslag dat 50Plus onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het vonnis in het kort geding, alsook een aangifte op haar website te plaatsen waarin de werknemer met naam en toenaam wordt genoemd. Daarnaast heeft 50Plus diverse nieuwsberichten op haar website geplaatst en nieuwsbrieven onder haar leden verspreid waarin de werknemer wordt genoemd. Dit handelen is in strijd met de verplichting om zich als goed werkgever te gedragen en zorgvuldig om te gaan met de persoonsgegevens van de werknemer. Nu 50Plus in strijd met die verplichting heeft gehandeld, maakt de werknemer aanspraak op schadevergoeding die door haar wordt begroot op een bedrag van € 25.000,-. Daarnaast verzoekt de werknemer 50Plus te gebieden al haar berichtgeving op de website waarin zij met naam wordt genoemd, dan wel waarin te herleiden is dat het om haar gaat, te verwijderen en een rectificatie in een nieuwsbrief onder de leden van 50Plus te verspreiden.
3.3.
Op de subsidiaire verzoeken zal hierna – voor zover nodig – worden ingegaan.
4. Het verweer tegen het verzoek van werknemer en het voorwaardelijk tegenverzoek van 50Plus
4.1. 50
Plus verweert zich tegen het verzoek van de werknemer en stelt dat de verzochte vernietiging van het ontslag op staande voet moet worden afgewezen.
4.2. 50
Plus verzoekt de kantonrechter op haar beurt– voor zover wordt geoordeeld dat het op 2 december 2023 gegeven ontslag op staande voet vernietigd moet worden – om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b jo. artikel 7:669 lid 1 jo. lid 3 sub g BW met het verzoek om op grond van artikel 7:671b lid 9 sub b BW de dag te bepalen waarop de arbeidsovereenkomst eindigt en daarbij op grond van artikel 7:673 lid 7 sub c BW te bepalen dat de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, met veroordeling van de werknemer in de kosten van de procedure.
4.3.
Aan het voorwaardelijk tegenverzoek legt 50Plus – kort gezegd – ten grondslag dat de gedragingen die tot het ontslag op staande voet hebben geleid voor een belangrijk deel zijn toe te rekenen aan de werknemer en de manier waarop zij zich heeft opgesteld ernstig verwijtbaar is. De relatie tussen de werknemer en 50Plus is daardoor dermate ernstig verstoord dat een terugkeer als werknemer op het partijkantoor niet meer aan de orde kan zijn. Nu de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, verzoekt 50Plus de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden zonder toekenning van een transitievergoeding.
4.4.
Op het verweer dat de werknemer ten aanzien van het voorwaardelijk tegenverzoek heeft aangevoerd, zal hierna – voor zover van belang – worden ingegaan.

5.De beoordeling

Dringende reden
5.1.
Op grond van artikel 7:678 lid 1 BW worden als dringende redenen in de zin van lid 1 van artikel 7:677 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van zodanige dringende redenen sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen in dit geval bij de werkgever. De aan het ontslag ten grondslag gelegde en aan de werknemer onverwijld medegedeelde reden fixeert de omvang van het debat tussen partijen, omdat voor de werknemer onmiddellijk duidelijk behoort te zijn welke eigenschappen of gedragingen de ander hebben genoodzaakt tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
5.2.
Uit de ontslagbrief van 2 december 2023 volgt dat 50Plus – samengevat – de volgende omstandigheden aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd:
De werknemer werkt niet voldoende mee aan de door de bedrijfsarts aanbevolen mediation;
Het gerezen geschil is voor een zeer groot deel toe te rekenen aan de werknemer;
De werknemer is spoorslag vertrokken naar Suriname voor de begrafenis van haar vader. Zij gaf willens en wetens geen antwoord op vragen. Pas op 9 november 2023 werd bekend dat zij al op 1 november terug in Nederland was.
De werknemer gaf aan de geplande mediation niet met [naam 5] te willen doen.
De werknemer liet weten dat de geplande mediation niet door kon gaan omdat haar moeder is opgenomen in het ziekenhuis. De moeder van de werknemer is al in 2020 overleden, aldus 50Plus.
5.3.
Voornoemde omstandigheden zijn door de werknemer gemotiveerd bestreden. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat de werknemer onvoldoende zou meewerken aan mediation. In dat kader heeft 50Plus gesteld dat de werknemer geen medewerking wilde verlenen aan de door 50Plus voorgestelde mediators. De werknemer heeft in dit kader onweersproken gesteld dat partijen over en weer voorstellen hebben gedaan voor mediators en daarover met elkaar in gesprek waren. Naar het oordeel van de kantonrechter kan die omstandigheid – zou deze dus al juist zijn – geen reden zijn voor een ontslag op staande voet. 50Plus heeft verder aan het ontslag ten grondslag gelegd dat de werknemer de geplande mediation niet met [naam 5] zou willen doen. In de e-mail van 28 november 2023 heeft de werknemer echter expliciet benoemd dat het gesprek zonder [naam 4] en dus alleen met [naam 5] door kon gaan, maar dat zijn aanwezigheid voor het vervolg noodzakelijk werd geacht. 50Plus heeft haar stellingen op dit punt verder niet onderbouwd. De kantonrechter is verder van oordeel dat het de werknemer niet kan worden verweten dat zij voor het overlijden van haar vader naar Suriname is afgereisd om de begrafenis bij te wonen. Evenmin kan sprake zijn van een dringende reden voor een ontslag op staande voet doordat de werknemer aan 50Plus heeft laten weten dat de mediation niet door kon gaan, omdat haar moeder was opgenomen in het ziekenhuis. Naar het oordeel van de kantonrechter is het evident dat sprake is van een verschrijving. Daar komt bij dat het niet kunnen deelnemen aan mediation door ziekenhuisopname en later overlijden van een familielid, of dit nu om de moeder of schoonmoeder gaat, geen dringende reden kan vormen voor een ontslag op staande voet. Nu de in de ontslagbrief genoemde redenen, afzonderlijk noch in onderlinge samenhang bezien, aangemerkt kunnen worden als een dringende reden, wordt het ontslag op staande voet vernietigd.
5.4.
De vordering tot – kort gezegd – wedertewerkstelling zal worden toegewezen op de hierna te vermelden wijze. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen als prikkel tot nakoming.
5.5.
Tevens is toewijsbaar de verzochte doorbetaling van het salaris vermeerderd met alle emolumenten, vanaf 2 december 2023 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd. Wegens de vertraging in de betaling van het loon is mede toewijsbaar de verzochte maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW. Daarnaast is de verzochte wettelijke rente over deze loonbedragen toewijsbaar.
Achterstallig loon
5.6.
De werknemer maakt verder aanspraak op betaling van het achterstallig loon over oktober 2023 ter hoogte van € 2.789,32 netto en over november 2023 ter hoogte van
€ 544,66 netto en stelt in dat kader dat 50Plus over die maanden ten onrechte bedragen op haar loon heeft ingehouden. De vorderingen zullen als niet weersproken worden toegewezen. De gevorderde maximale wettelijke verhoging zal eveneens worden toegewezen. Daarnaast is ook de wettelijke rente toewijsbaar.
Vaststelling openstaand verlof
5.7.
De werknemer vordert te verklaren voor recht dat zij aanspraak heeft op tenminste 23 vakantiedagen. De werknemer verwijst in dit kader naar de eindafrekening waaruit blijkt dat 50Plus uit is gegaan van een saldo van zes vakantiedagen. De werknemer betwist de omvang en stelt dat zij belang heeft dat het juiste saldo wordt vastgesteld. De werknemer stelt dat zij aanspraak heeft op ten minste 23 vakantiedagen onder verwijzing naar een e-mail van [naam 3] aan de salarisadministratie, waarin deze verklaart dat hij 22 openstaande dagen heeft en de werknemer minder vakantiedagen op heeft genomen dan hij. 50Plus heeft de vordering van de werknemer in het geheel niet weersproken, zodat deze als niet weersproken wordt toegewezen.
De gevorderde verklaring voor recht dat de werknemer door 50Plus ingehouden kosten niet verschuldigd is
5.8. 50
Plus heeft niet weersproken dat zij diverse kosten in mindering heeft gebracht op de eindafrekening, te weten:
  • € 1.000,- voor de iPhone;
  • € 1.185,20 met betrekking tot mediation;
  • € 750,00 voor een PC;
  • € 500,- voor sleutels;
  • € 3.771,40 in verband met schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.
5.9.
De werknemer verzoekt te verklaren voor recht dat zij niet gehouden is deze bedragen aan 50Plus te betalen. Hiervoor is reeds geoordeeld dat van een rechtsgeldig ontslag op staande voet geen sprake is, zodat de werknemer ook geen vergoeding wegens onregelmatige opzegging aan 50Plus is verschuldigd. Het verzoek wordt op dat punt dan ook toegewezen.
5.10. 50
Plus heeft daarnaast kosten in rekening gebracht in verband met de aan de werknemer ter beschikking gestelde iPhone en PC. Hiervoor is reeds geoordeeld dat het ontslag op staande voet wordt vernietigd en het dienstverband aldus wordt voortgezet, zodat voor het inleveren c.q. kosten in rekening brengen voor het behouden van de iPhone en PC geen grond is en het verzoek van de werknemer ook op dit punt wordt toegewezen.
5.11. 50
Plus heeft verder kosten in rekening gebracht voor ‘sleutels’. Naar de kantonrechter begrijpt ziet deze post op vervanging van de sloten van het partijkantoor. 50Plus heeft deze post in het geheel niet onderbouwd. Daarnaast heeft de werknemer onweersproken gesteld dat haar gemachtigde bij e-mail van 8 december 2023, met [naam 5] in kopie , aan de gemachtigde van 50Plus heeft verzocht aan te geven waar, wanneer en bij wie de sleutels ingeleverd kunnen worden en 50Plus daar niet op heeft gereageerd. De kantonrechter ziet dan ook geen enkele grondslag op grond waarvan kosten voor het vervangen van de sloten bij de werknemer in rekening zouden kunnen worden gebracht, zodat het verzoek van de werknemer ook op dit punt wordt toegewezen.
5.12.
Tot slot zijn de kosten voor mediation op de eindafrekening in mindering gebracht. Ook deze post heeft 50Plus in het geheel niet onderbouwd noch heeft zij op de stellingen van de werknemer gereageerd. Naar het oordeel van de kantonrechter dienen de kosten voor de mediation in redelijkheid voor rekening van 50Plus te blijven nu de werknemer door overmacht niet in staat was het mediationgesprek van 28 november 2023 bij te wonen. 50Plus heeft daarop besloten haar – zoals hiervoor reeds is geoordeeld – ten onrechte op staande voet te ontslaan en daarmee het mediationtraject te beëindigen.
5.13.
Een en ander leidt tot de conclusie dat de verzochte verklaring voor recht zal worden toegewezen op de hierna onder de beslissing vermelde wijze.
Kosten inschakeling deskundigen
5.14.
De werknemer maakt aanspraak op vergoeding van de kosten voor het opmaken van een actuariële berekening door een deskundige als onderdeel van de door haar subsidiair gevorderde billijke vergoeding. Nu de kantonrechter aan een beoordeling van het subsidiaire verzoek van de werknemer niet toekomt, omdat haar primaire verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt toegewezen ziet de kantonrechter geen aanleiding de gevorderde vergoeding voor het vaststellen van het pensioennadeel toe te wijzen. De werknemer verzoekt 50Plus daarnaast in algemene zin ‘te veroordelen tot vergoeding van door haar te maken kosten voor de inschakeling van deskundigen, ter vaststelling van de door haar geleden en te lijden schade’. De kantonrechter maakt uit het verzoek op dat de werknemer daarmee ook doelt op kosten in verband met de vaststelling van de door haar geleden reputatieschade. De werknemer heeft in dat kader geen factuur overgelegd, zodat het verzoek op dit punt bij gebrek aan onderbouwing zal worden afgewezen.
Onkosten mobiele telefoon
5.15.
De werknemer stelt dat zij in juli 2021 met goedkeuring van 50Plus een iPhone heeft besteld voor zakelijk gebruik. Daarnaast stelt zij onder verwijzing naar een ondertekende verklaring van de voormalige penningmeester dat zij de kosten voor privé gebruik van haar mobiele telefoon bij 50Plus mocht declareren en dat zij dat tot op heden niet heeft gedaan. De werknemer verzoekt daarom veroordeling van 50Plus om de onkosten ter hoogte van in totaal € 1.266,99 aan haar te betalen. 50Plus heeft niet weersproken dat tussen partijen is overeengekomen dat de werknemer deze kosten mag declareren. Daarnaast is ook de hoogte van de facturen niet door 50Plus betwist. 50Plus stelt zich echter op het standpunt dat het verzoek de kosten te mogen declareren te laat is, omdat de werknemer niet eerder aanspraak heeft gemaakt op de vergoeding. Voor zover wordt geoordeeld dat 50Plus de kosten moet vergoeden, stelt zij zich op het standpunt dat de telefoon moet worden teruggegeven. 50Plus heeft haar verweer op dit punt in het geheel niet onderbouwd. Gesteld noch gebleken is dat partijen zijn overeengekomen dat de kosten binnen een specifieke termijn zouden moeten worden gedeclareerd. Daarnaast geldt een verjaringstermijn van 5 jaar op grond van artikel 3:308 BW, die niet is verstreken nu de werknemer aanspraak maakt op betaling vanaf augustus 2021. Voorts bestaat naar het oordeel van de kantonrechter ook geen grondslag voor teruggave van de telefoon nu reeds is geoordeeld dat het ontslag op staande voet wordt vernietigd en de arbeidsovereenkomst dus niet is beëindigd. Het verweer van 50Plus wordt daarom verworpen en het verzoek van de werknemer zal worden toegewezen.
Onrechtmatige berichtgeving
5.16.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of 50Plus jegens de werknemer onrechtmatig heeft gehandeld door op haar website het vonnis in kort geding en een aangifte te plaatsen, waarin de werknemer met naam en toenaam wordt genoemd en diverse nieuwsberichten op haar website te plaatsen en onder de leden te verspreiden waarin de werknemer met naam en toenaam wordt genoemd of waar naar haar functie wordt verwezen.
5.17.
Bij de beantwoording van die vraag staat voorop dat op grond van artikel 10 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) een ieder recht heeft op vrijheid van meningsuiting. De vorderingen zoals ingesteld door de werknemer vormen een beperking van dit recht. Of een dergelijke beperking is toegelaten, dient te worden beoordeeld aan de hand van het tweede lid van artikel 10 van het EVRM, dat bepaalt dat onder omstandigheden aan het recht op vrijheid van meningsuiting beperkingen mogen worden gesteld. Volgens dit artikellid mag het recht op vrijheid van meningsuiting slechts worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving.
5.18.
Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen van 50Plus onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW. De vraag of de uitlatingen onrechtmatig zijn ligt in het spanningsveld tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van de eer en goede naam. Voor het antwoord op de vraag welk recht in dit geval zwaarder weegt, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen. Het belang van de werknemer is erin gelegen dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan beweringen die haar eer en goede naam aantasten. Dat recht vindt erkenning in artikel 8 lid 1 van het EVRM. Het belang van 50Plus is erin gelegen dat zij in het kader van het recht op vrijheid van meningsuiting in het openbaar kritisch mag zijn en door haar beweerde misstanden binnen de vereniging 50Plus ter sprake mag brengen. Welk van voornoemde belangen de doorslag geeft, hangt af van de omstandigheden van het geval, zoals de vraag of de uitlating een bijdrage levert aan een debat dat in de belangstelling staat, of sprake is van een feitelijk bericht of van een waarde-oordeel, de inhoud en de vorm van de uitlating en de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal.
5.19.
Vast staat dat 50Plus het vonnis in kort geding op 3 november 2023, bij wijze van nieuwsbericht, integraal op haar website heeft geplaatst. In dat (niet ge-anonimiseerde) vonnis wordt de werknemer bij naam en toenaam genoemd en ook wordt daarin bijvoorbeeld haar woonplaats genoemd. De kantonrechter overweegt dat uit eisen van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) volgt dat een werkgever zorgvuldig dient om te gaan met het op eigen beweging verspreiden van (negatieve) informatie over een werknemer. Daar komt bij dat 50Plus zorgvuldig dient om te gaan met de persoonsgegevens van de werknemer. Door het vonnis in kort geding integraal te publiceren heeft 50Plus dat niet gedaan en heeft zij tevens in strijd gehandeld met de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daar komt bij dat het naar het oordeel van de kantonrechter in strijd is met de eisen van goed werkgeverschap om tot een dergelijke publicatie over te gaan wanneer sprake is van een arbeidsconflict met een werknemer. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft 50Plus dan ook onrechtmatig gehandeld door het vonnis in kort geding op haar website te publiceren.
5.20.
Vast staat verder dat 50Plus op of omstreeks 9 november 2023 een aangifte op haar website heeft geplaatst. Deze aangifte was niet gericht tegen de werknemer, maar vast staat dat zij daarin meerdere keren met naam en toenaam wordt genoemd. De werknemer stelt zich op het standpunt dat in het bericht wordt gesuggereerd dat zij betrokken is bij ongeoorloofde zaken die zich volgens 50Plus hebben voorgedaan. Dit is door 50Plus niet weersproken. Zoals hiervoor reeds is overwogen dient de werkgever de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht te nemen. Dat heeft zij niet gedaan door de werknemer met naam en toenaam te noemen, zodat het bericht reeds op die grond onrechtmatig is.
5.21.
Vast staat verder dat op 3 december 2023 een nieuwsbrief aan de leden van 50Plus is rondgestuurd waarin wordt beschreven dat de werknemer op staande voet is ontslagen. Ook in dit bericht wordt de werknemer met naam en toenaam genoemd. Verder bevat het bericht allerlei verwijten richting de werknemer: weigeren mee te werken aan mediation, trachtte tijdens haar vakantie en vanuit haar functie als partijkantoormanager op verschillende wijzen invloed uit te oefenen op de kandidatenselectiecommissie, ontbrak haar aan de nodige integriteit, onveilige werksfeer, medewerking en uitvoering van onreglementaire besluiten, statenwerkzaamheden uitgevoerd en “dit creëerde het beeld van een persoon die louter uit was op zelfverrijking”. Gesteld noch gebleken is dat deze verwijten worden ondersteund door enige feitelijke onderbouwing. Verder gaat het nieuwsbericht uitgebreid in op de persoonlijke situatie van de werknemer en de gang van zaken rondom het overlijden van haar schoonmoeder. De kantonrechter is van oordeel dat door voorgaande omstandigheden de handelwijze van 50Plus jegens de werknemer als onrechtmatig moet worden aangemerkt.
5.22.
Voorts staat vast dat op 9 december 2023 een onderzoeksverslag van de voorzitter van de financiële commissie op de website van 50Plus is verschenen. In het verslag worden conclusies gedeeld over andere een onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar een besluit tot verlaging van de contributie. De werknemer wordt in dat verslag niet met naam en toenaam genoemd, maar wel wordt er meermaals gesproken over de partijkantoormanager. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee evident dat het om de werknemer gaat. In het artikel wordt gesproken over ‘de dominante positie van de partijkantoormanager’ en dat ‘buiten kijf staat dat deze een centrale rol heeft gespeeld in deze onrechtmatigheid’. Daarnaast wordt gesproken over ‘fraude’. Het artikel suggereert aldus dat de werknemer een centrale rol heeft gespeeld bij een onrechtmatig besluit tot verlaging van de contributie. Ook de verwijten die in dit verslag worden genoemd, worden echter niet ondersteund door een feitelijke onderbouwing. De kantonrechter is van oordeel dat ook deze handelswijze als onrechtmatig jegens de werknemer moet worden aangemerkt.
5.23.
De kantonrechter is op grond van het voorgaande van oordeel dat 50Plus onrechtmatig jegens de werknemer heeft gehandeld. 50Plus heeft bij het plaatsen van voornoemde publicaties en nieuwsberichten onvoldoende rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de werknemer. 50Plus is aansprakelijk voor de immateriële schade die dit onrechtmatig handelen heeft opgeleverd. Dat de werknemer reputatieschade heeft opgelopen is onder de gegeven omstandigheden voldoende aannemelijk geworden. De werknemer is in de verschillende publicaties en nieuwsberichten in een kwalijk daglicht gesteld en zonder enige onderbouwing van allerlei zaken beschuldigd. Dat het vonnis en de aangifte op of omstreeks 23 november 2023 zijn verwijderd doet daaraan niet af. Daar komt bij dat de werknemer in dit kader onweersproken heeft gesteld dat zij door de handelswijze van 50Plus niet op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer verkiezingen is geplaatst. De kantonrechter stelt de hoogte van de schadevergoeding, rekening houdend met alle feiten en omstandigheden vast op een bedrag van € 7.500,-. 50Plus zal worden veroordeeld om dit bedrag aan de werknemer te betalen.
5.24.
Uitgangspunt bij een onrechtmatige publicatie is dat de benadeelde recht heeft op een rectificatie. De gevorderde rectificatie (zie 3.1 onder 16) in een nieuwsbrief aan de leden van 50Plus zal dan ook worden toegewezen. Ook de gevorderde verwijdering van de berichtgeving op de website zoals hiervoor vermeld onder 3.1 onder 15 zal worden toegewezen. Een en ander op de wijze als hierna te vermelden. De gevorderde dwangsommen zullen ook worden toegewezen als prikkel tot nakoming.
5.25.
Nu de primaire verzoeken van de werknemer in essentie worden toegewezen, komt de kantonrechter niet toe aan de behandeling van de subsidiaire verzoeken.
Voorlopige voorziening
5.26.
Nu in deze beschikking al een eindbeslissing in de hoofdzaak wordt gegeven op de verzoeken van de werknemer is er geen reden meer om een voorlopige voorziening te treffen. De kantonrechter zal de gevraagde voorlopige voorziening daarom buiten beschouwing laten.
Verstoring arbeidsverhouding
5.27.
In het voorwaardelijk tegenverzoek verzoekt 50Plus de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van de g-grond van artikel 7:669 lid 3 BW. Op basis van dit artikel kan de arbeidsovereenkomst worden ontbonden als sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
5.28.
De kantonrechter stelt voorop dat de werkgever, 50Plus, de aan haar ontbindingsverzoek ten grondslag liggende feiten en omstandigheden zal moeten stellen en, bij voldoende gemotiveerde betwisting door de werknemer, zal moeten bewijzen.
5.29.
Aan haar ontbindingsverzoek legt 50Plus ten grondslag: “
de gedragingen die uiteindelijk tot de zitting” hebben geleid. Dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding wordt door de werknemer gemotiveerd bestreden.
5.30.
Naar het oordeel van de kantonrechter is geen sprake van een duurzaam en ernstig verstoorde arbeidsverhouding. Het is evident dat er een conflict bestaat tussen de werknemer enerzijds en [naam 5] en [naam 4] anderzijds. Vast staat echter dat [naam 5] en [naam 4] reeds zijn afgetreden dan wel op korte termijn zullen aftreden als bestuurders van 50Plus. In dat kader is door de werknemer onweersproken gesteld dat op 30 maart 2024 een algemene ledenvergadering gepland staat, waarop een geheel nieuw bestuur zal worden gekozen. Van enige belemmering om terug te keren op het partijbureau is dus geen sprake. Bovendien geldt dat van een werkgever voldoende inspanningen verwacht mogen worden om de arbeidsverhouding te herstellen. Dat heeft 50Plus naar het oordeel van de kantonrechter nagelaten. De mediation is immers nog voor deze goed en wel begonnen was, stopgezet, omdat 50Plus de werknemer volkomen ten onrechte op staande voet heeft ontslagen. Het verzoek tot ontbinding wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
5.31. 50
Plus zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De proceskosten van de werknemer worden begroot op:
- griffierecht € 248,00
- salaris gemachtigde € 1.586,00
- nakosten € 132,00
Totaal € 1.966,00
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad
5.32.
Het door 50Plus gevoerde verweer tegen de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad en de onderbouwing daarvan geeft onvoldoende grond om de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad achterwege te laten. Uitgangspunt is dat een veroordeling tot betaling uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, zonder zekerheidstelling. 50Plus heeft geen omstandigheden aangevoerd die de kantonrechter aanleiding geven om van dit uitgangspunt af te wijken. Dat er sprake zou zijn van een restitutierisico is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken, dat geldt te meer nu de kantonrechter aan het subsidiaire verzoek tot toekenning van de billijke vergoeding niet is toegekomen en de stellingen van 50Plus ten aanzien van het restitutierisico vooral daarop lijken te zien.

6.De beslissing

De kantonrechter:
In de hoofdzaak
6.1.
vernietigt het ontslag op staande voet;
6.2.
verplicht 50Plus om de werknemer binnen 48 uur na betekening van deze beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag of een gedeelte van een dag dat 50Plus in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 100.000,-;
6.3.
veroordeelt 50Plus tot betaling van het loon van de werknemer van € 4.848,81 bruto, te vermeerderen met de overeengekomen emolumenten vanaf 2 december 2023 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
6.4.
veroordeelt 50Plus tot betaling van een bedrag ter hoogte van € 7.500,- uit hoofde van (reputatie-)schade als gevolg van door 50Plus verspreide onrechtmatige publicaties en berichtgeving over de werknemer;
6.5.
verklaart voor recht dat het saldo aan opgebouwde doch niet genoten vakantiedagen minimaal 23 dagen bedraagt;
6.6.
gebiedt 50Plus al haar berichtgeving op de website waarin de werknemer met naam wordt genoemd, dan wel waarin te herleiden is dat het om de werknemer gaat (bijvoorbeeld vanwege de duiding van functie), binnen 48 uur na betekening van deze beschikking, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of een gedeelte van een dag, met een maximum van € 50.000,-, te verwijderen en verwijderd te houden;
6.7.
gebiedt 50Plus om, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of een gedeelte van een dag, met een maximum van € 50.000,- indien 50Plus in gebreke blijft, binnen 48 uur na betekening van deze beschikking een rectificatie in een nieuwsbrief onder de leden van 50Plus te verspreiden, met als inhoud de volgende tekst:
“In de nieuwsbrief van 3 december 2023 was een bericht opgenomen over het ontslag op staande voet van manager partijbureau [naam 10] . Daarin staat dat [naam 10] op staande voet is ontslagen onder meer omdat zij niet meegewerkt zou hebben aan een door de bedrijfsarts aanbevolen mediation en gesteld zou hebben een mediationgesprek niet bij te kunnen worden vanwege ziekenhuisopname van haar moeder. In het bericht zijn voorts diverse andere verwijten aan [naam 10] gemaakt. [naam 10] heeft haar ontslag aangevochten bij de rechter en die heeft haar in het gelijk gesteld. 50Plus had [naam 10] dus niet mogen ontslaan. Wij erkennen dat in de berichtgeving onjuistheden zijn opgenomen en betreuren dat deze mededelingen over [naam 10] in de nieuwsbrief zijn gedaan. Dit had niet mogen gebeuren. Wij bieden [naam 10] namens 50Plus hiervoor openlijk excuses aan. Zij is door ons handelen ten onrechte in haar eer en goede naam aangetast.
Namens 50Plus, [naam 4] en [naam 5] ”
6.8.
veroordeelt 50Plus tot betaling van het achterstallig loon over oktober 2023 ter hoogte van € 2.789,32 netto en over november 2023 ter hoogte van € 544,66 netto, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der voldoening;
6.9.
veroordeelt 50Plus tot vergoeding van door de werknemer gemaakte onkosten in verband met de ter beschikking gestelde mobiele telefoon ter hoogte van € 1.266,99 netto;
6.10.
verklaart voor recht dat de werknemer geen (on-)kosten c.q. vergoeding aan 50Plus verschuldigd is in verband met: (1) het mediationtraject dat heeft plaatsgevonden, (2) sleutels, dan wel de vervanging van sloten, (3) enige vergoeding in verband met het ontslag, zoals de vergoeding ex artikel 7:672 lid 11 BW (4) de iPhone en (5) de PC;
In het voorwaardelijk tegenverzoek
6.11.
wijst de verzoeken af;
In de hoofdzaak en in het voorwaardelijk tegenverzoek
6.12.
veroordeelt 50Plus in de proceskosten aan de zijde van de werknemer ter hoogte van € 1.966,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als 50Plus niet tijdig aan de veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend, dan moet 50Plus ook de kosten van betekening betalen;
6.13.
verklaart deze beschikking ten aanzien van het bepaalde onder 6.1 tot en met 6.4, 6.6 tot en met 6.9 en 6.12 uitvoerbaar bij voorraad;
6.14.
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. C.W.D. Bom en uitgesproken ter openbare zitting van 15 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.