ECLI:NL:RBDHA:2024:3766
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake niet tijdig beslissen op aanvraag in vreemdelingenrecht
Op 22 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, het beroep van eiser inzake NL23.10240 gegrond verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak op de aanvraag van eiser te beslissen. Bij overschrijding van deze termijn verbeurde de staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-. Eiser heeft op 17 januari 2024 opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag. De rechtbank oordeelt dat dit beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de beslistermijn van de eerdere uitspraak nog niet was verstreken en er geen procesbelang was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris tot en met 17 november 2023 de tijd had om een besluit te nemen, maar er zijn geen stukken aangetroffen die wijzen op een nader onderzoek of besluit. Hierdoor verbeurt de staatssecretaris een dwangsom, maar het beroep blijft niet-ontvankelijk omdat de dwangsomtermijn nog niet vol was.