ECLI:NL:RBDHA:2024:3754
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhavingsbesluit Autoriteit Persoonsgegevens
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een besloten vennootschap, afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een aankondiging van de Autoriteit Persoonsgegevens, waarin werd medegedeeld dat een handhavingsbesluit aan klagers zou worden verstrekt. De voorzieningenrechter oordeelt dat het toezenden van het handhavingsbesluit aan klagers een feitelijke handeling betreft en geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is er geen mogelijkheid tot bezwaar tegen deze handeling. De voorzieningenrechter stelt vast dat het bezwaar van verzoekster tegen de aankondiging naar verwachting niet-ontvankelijk zal worden verklaard, wat betekent dat het verzoek om een voorlopige voorziening geen redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter wijst erop dat de procedure openbaar is en dat verzoekster geen concrete feiten heeft aangedragen die de status van de klagers als belanghebbenden in twijfel trekken. De uitspraak benadrukt dat tegen feitelijke handelingen geen bezwaar mogelijk is, en dat de rechtsbescherming van verzoekster voldoende gewaarborgd is door de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het handhavingsbesluit zelf. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek af.