8.5.Op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2, van de Wabo moet het college beoordelen of de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Het college heeft daarbij beleidsruimte. Dat betekent dat het college de keuze heeft of en wanneer het gebruik wil maken van zijn bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan. Het college had in het Ontwikkelkader nader ingevuld hoe het gebruik wil maken van zijn afwijkingsbevoegdheid. De rechtbank moet de keuze van het college om al dan niet gebruik te maken van zijn afwijkingsbevoegdheid terughoudend toetsen. De rechtbank moet dus toetsen of het college bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
Wat oordeelt de rechtbank?
9. De rechtbank is allereerst van oordeel dat het college de aanvragen heeft mogen toetsen aan de criteria van het Ontwikkelkader. Met het Ontwikkelkader is bedoeld om criteria vast te stellen voor het planologisch mogelijk maken van (nieuwe) huisvestingslocaties. Hoewel het in het geval van eiseres om feitelijk bestaande huisvestingslocaties gaat, zijn deze locaties momenteel planologisch niet toegestaan. Van een bestaande situatie als bedoeld in het Ontwikkelkader is dan ook geen sprake.
10. Hoewel het omwille van de duidelijkheid wenselijk was geweest als de bezwaarcommissie in haar advies uitdrukkelijk had benoemd aan welke criteria de plannen van eiseres (nog steeds) niet voldoen, ziet de rechtbank in het ontbreken daarvan geen grond om het bestreden besluit onduidelijk te achten. Daartoe acht de rechtbank van belang dat het college in de primaire besluiten duidelijk heeft opgesomd aan welke criteria niet wordt voldaan, zoals beschreven in 3.6. In haar advies heeft de bezwaarcommissie vervolgens overwogen dat de omstandigheid dat eiseres in bezwaar alsnog een sociale kaart heeft overgelegd voor haar geen aanleiding vormt om haar standpunt te herzien dat de plannen van eiseres niet aan alle criteria van het Ontwikkelkader voldoen. Met de primaire besluiten, in samenhang gelezen met deze overwegingen van de bezwaarcommissie, heeft het college naar het oordeel van de rechtbank voldoende deugdelijk gemotiveerd dat de plannen van eiseres niet aan alle criteria van het Ontwikkelkader voldoen. De enkele, niet nader met stukken onderbouwde, stelling van eiseres dat zij wel aan de criteria van het Ontwikkelkader voldoet, leidt niet tot een ander oordeel.
11. De rechtbank is verder van oordeel dat het college voldoende deugdelijk heeft gemotiveerd dat eiseres niet voldoet aan alle criteria voor de noodhuisvesting van arbeidsmigranten. Zoals beschreven in het advies van de bezwaarcommissie, zijn de locaties waarop eiseres de huisvesting wenst te realiseren geen door Glastuinbouw Westland aangewezen locaties. Dat de gemeente Westland heeft besloten om in samenspraak met Glastuinbouw Westland locaties aan te wijzen voor noodhuisvesting van arbeidsmigranten, is een beleidskeuze van het college waarover de rechtbank niet kan oordelen. Verder heeft eiseres niet weersproken dat in haar geval sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen huurder en verhuurder. Dat dit op andere locaties wel zou zijn toegestaan, heeft eiseres op geen enkele wijze onderbouwd. Evenmin heeft eiseres (met stukken) onderbouwd dat op de locaties sprake is van het vereiste permanente (“24/7”) toezicht en beheer.
12. Omdat eiseres niet aan de criteria van het Ontwikkelkader of voor noodhuisvesting voldoet, heeft het college in redelijkheid kunnen weigeren mee te werken aan het afwijken van het bestemmingsplan en de aanvragen van eiseres kunnen afwijzen. De stelling van eiseres dat er al vanaf 2012 arbeidsmigranten op de locaties worden gehuisvest en dat dit nooit tot noemenswaardige klachten heeft geleid, leidt niet tot een ander oordeel.