8.5.Op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2, van de Wabo moet het college beoordelen of de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Het college heeft daarbij beleidsruimte. Dat betekent dat het college de keuze heeft of en wanneer hij gebruik wil maken van zijn bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan. Het college had in het Ontwikkelkader nader ingevuld hoe het gebruik wilde maken van zijn afwijkingsbevoegdheid. De rechtbank moet de keuze van het college om al dan niet gebruik te maken van zijn afwijkingsbevoegdheid terughoudend toetsen. De rechtbank moet dus toetsen of het college bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
Wat oordeelt de rechtbank?
9. In weerwil van het betoog van eiseres is de rechtbank allereerst van oordeel dat het college de aanvragen wel heeft mogen toetsen aan de criteria van het Ontwikkelkader. Het Ontwikkelkader heeft als doel criteria vast te stellen voor het planologisch mogelijk maken van (nieuwe) huisvestingslocaties. Hoewel het in het geval van eiseres om feitelijk bestaande huisvestingslocaties gaat, zijn deze locaties planologisch niet toegestaan. Van een bestaande situatie als bedoeld in het Ontwikkelkader is dan ook geen sprake.
10. Het college heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende deugdelijk gemotiveerd dat eiseres niet aan alle criteria van het Ontwikkelkader voldoet. Hoewel het Ontwikkelkader locaties met minder dan 100 bedden, zoals die van eiseres, niet uitsluit, moeten ook deze locaties aan de overige criteria voldoen. In dit geval heeft eiseres geen overleg met omwonenden gevoerd, heeft eiseres geen bewijs van goed locatiegebonden en professioneel beheer overgelegd en ontbreekt een sociale kaart. In het verweerschrift heeft het college vervolgens nader toegelicht waarom de aanvragen een belemmering vormen voor de herstructurering van de glastuinbouw. Kort gezegd heeft het college geschreven dat door de gemeente en eiseres een gefaseerd uit te voeren plan is opgesteld voor de realisatie van een glastuinbouwbedrijf van ongeveer 30 hectare. Uitgangspunt hierbij was een optimale verkaveling van het gebied, waarbij een aantal knelpunten op het gebied van ontsluiting van het bedrijf, een slechte waterstructuur en de huisvesting van personeel zou worden opgelost. Eiseres heeft op een gegeven moment echter aangegeven dat zij geen financiering voor de herstructurering kreeg en zij er daarom van afzag. Daarnaast wenste zij 24 tot 26 personen in de woonunits van maximaal 1.000 m³ te huisvesten, terwijl de gemeente een maximum van 20 personen per 1.000 m³ heeft gesteld om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te kunnen garanderen. Niettegenstaande deze ontwikkelingen blijft herstructurering in de visie van het college noodzakelijk en staat het continueren (en vergunnen) van de huidige situatie hieraan in de weg. Omdat eiseres niet aan de criteria van het Ontwikkelkader voldoet, heeft het college naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid kunnen weigeren mee te werken aan het afwijken van het bestemmingsplan en de aanvragen van eiseres kunnen afwijzen.
11. De enkele, niet nader met stukken onderbouwde, stellingen van eiseres dat zij wel aan de criteria van het Ontwikkelkader voldoet, leidt niet tot een ander oordeel. Dat het college in het verleden wel tijdelijk omgevingsvergunning(en) heeft verleend voor de woonunits, betekent tot slot niet dat het college gehouden was dat nu weer te doen.