In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurster, aangeduid als [eiseres], en de verhuurbemiddelaar ROTS-VAST GROEP GOUDA B.V. De eiseres heeft Rotsvast aangeklaagd wegens schade die is ontstaan door de aanwezigheid van een hennepkwekerij in haar woning, die was verhuurd aan een kandidaat-huurder, [naam 2]. De eiseres had Rotsvast opdracht gegeven om haar woning te verhuren en had gekozen voor een aanvullende screening van de huurder. Rotsvast heeft echter nagelaten om de huurder adequaat te screenen, wat heeft geleid tot de ontdekking van de hennepkwekerij en aanzienlijke schade aan de woning. De rechtbank oordeelde dat Rotsvast haar zorgplicht heeft geschonden door onvoldoende onderzoek te doen naar de betrouwbaarheid van de huurder. De rechtbank heeft Rotsvast aansprakelijk gesteld voor de schade, die onder andere bestond uit herstelkosten, ontruimingskosten en gederfde huurinkomsten. De totale schadevergoeding die aan de eiseres is toegewezen bedraagt € 50.137,36, te vermeerderen met wettelijke rente. Rotsvast is ook veroordeeld in de proceskosten.