ECLI:NL:RBDHA:2024:3609
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.S. Dunant Maurits, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. D. Gokcan, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker, van Georgische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris op 10 januari 2024 als kennelijk ongegrond was afgewezen. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 februari 2024, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, mevrouw M.K. Abashidze. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.1197), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 februari 2024.