ECLI:NL:RBDHA:2024:3609

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
NL24.1198
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.S. Dunant Maurits, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. D. Gokcan, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker, van Georgische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris op 10 januari 2024 als kennelijk ongegrond was afgewezen. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 februari 2024, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, mevrouw M.K. Abashidze. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.1197), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 februari 2024.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.1198
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. D. Gokcan).

Procesverloop

Bij besluit van 10 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.1197, op 7 februari 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen mevrouw M.K. Abashidze. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Georgische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1991.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.1197, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
zaaknummer: NL24.1198
2

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. I.M. de Graaf, griffier.
zaaknummer: NL24.1198
3
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 februari 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.