Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 januari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
Inleiding
Overwegingen
4 juni 2010 heeft verweerder eiser verzocht om € 19.098,82 in één keer terug te betalen, omdat eiser niet naar aanleiding van de brief van 16 april 2010 het bedrag had overgemaakt en niet had meegewerkt aan een betalingsregeling.
€ 17.330,16. Het te veel ontvangen bedrag houdt verweerder vanaf januari 2022 in nieuwe maandelijkse termijnen van € 197,23 in op het AOW-pensioen en AIO-aanvulling van eiser.
Beoordeling door de rechtbank
- AOW/AIO/vakantiegeld € 1.193,26
- Zorgtoeslag € 155,00
- Huurtoeslag € 283,00
- Pensioen BP Bouw € 37,95
€ 197,23 verrekend met het AOW-pensioen en de AIO-aanvulling van eiser. Het beroep is daarom ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling ziet de rechtbank geen aanleiding.
mr.L.Z. Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 januari 2024.