ECLI:NL:RBDHA:2024:3512

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
15 maart 2024
Zaaknummer
C/09/661264 / JE RK 24-258
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 februari 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2010. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland als gecertificeerde instelling, die verzoekt om de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te plaatsen voor een periode van drie maanden. De kinderrechter heeft de ouders van de minderjarige als belanghebbenden aangemerkt en heeft de procedure op 27 februari 2024 met gesloten deuren behandeld. De minderjarige was niet aanwezig bij de zitting, maar haar advocaat heeft haar standpunt naar voren gebracht.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de minderjarige momenteel verblijft in een gesloten accommodatie. Eerder is de minderjarige onder toezicht gesteld en is er een machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie. De kinderrechter oordeelt dat de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De kinderrechter benadrukt het belang van een zorgvuldig en bestendig plan voor de thuisplaatsing van de minderjarige, waarbij de veiligheid en de juiste ondersteuning voor zowel de minderjarige als de ouders voorop staan.

De beslissing van de kinderrechter houdt in dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp wordt verleend van 12 maart 2024 tot 12 juni 2024, met de mogelijkheid tot eerdere thuisplaatsing indien de situatie dat toelaat. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/661264 / JE RK 24-258
Datum uitspraak: 27 februari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. A.M.D. Naarden te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
en
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
hierna gezamenlijk ook te noemen: de ouders,
beiden wonende te [plaats]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 12 februari 2024;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 23 februari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 februari 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de advocaat van [minderjarige] ;
- de vader;
  • de moeder;
  • [naam] namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting met [minderjarige] op de gang gesproken. De kinderrechter heeft [minderjarige] gevraagd naar haar mening en haar ervaringen. [minderjarige] heeft uitdrukkelijk aan de kinderrechter te kennen gegeven niet bij de zitting aanwezig te willen zijn en ook niets te willen vertellen. [minderjarige] is daarom niet aanwezig geweest bij de mondelinge behandeling. De advocaat van [minderjarige] heeft haar standpunt tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten bij [naam accomodatie] .
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 12 september 2023 [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 12 september 2024.
2.4.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 12 september 2023 een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 12 september 2023 tot 12 maart 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek, samengevat en zakelijk weergegeven als volgt gemotiveerd. De zorgen over [minderjarige] zijn door de gesloten plaatsing verminderd, maar ze zijn nog te groot om [minderjarige] al volledig naar huis te laten gaan. Er moet nog een aantal zaken worden opgestart en geregeld die noodzakelijk zijn voor een goede terugkeer naar huis. Zo is het belangrijk dat MDFT-therapie is opgestart, de dagbesteding voor [minderjarige] is geregeld en er een concreet en haalbaar plan ligt aan de hand van het persoonlijkheidsonderzoek. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling toegelicht dat het persoonlijkheidsonderzoek momenteel is afgerond, maar dat hieruit niet concreet duidelijk is geworden waar het gedrag van [minderjarige] vandaan komt. Momenteel wordt gewerkt aan het opstellen van een plan zodat het veilig is als [minderjarige] naar huis gaat en de kans op een succesvolle thuisplaatsing zo groot mogelijk zal zijn. [minderjarige] is een kwetsbaar meisje en daarom is het van groot belang dat er een goed plan ligt, dat de huidige plaatsing zorgvuldig wordt afgrond en dat er een veilige structuur ontstaat waarin [minderjarige] zich verder kan ontwikkelen. [minderjarige] heeft hele duidelijke kaders en begrenzing nodig in haar gedrag. Mocht het binnen de gevraagde termijn van drie maanden eerder mogelijk zijn voor [minderjarige] om naar huis te gaan, dan zal de gecertificeerde zich hier ook voor inzetten.

4.De standpunten

4.1.
De advocaat van [minderjarige] heeft het volgende ter zitting naar voren gebracht. [minderjarige] heeft het fijn op de groep op [naam accomodatie] . Er moet nog wel een aantal zaken worden geregeld voor dat [minderjarige] naar huis kan en daarom doet de advocaat een beroep op de gecertificeerde instelling om de zaken vlot op te pakken, zodat wat er nog moet gebeuren echt binnen de verzochte termijn van drie maanden wordt geregeld. [minderjarige] vond het met Kerst erg fijn thuis en zij had het gevoel dat het beter ging. Het is voor haar belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over waar zij naartoe werkt en wat het “eindstation” is.
De ouders hebben ingestemd met het verzochte. Het gaat de goede kant op en er is al meer rust in de situatie. Wel is het belangrijk dat zij ook als ouders nog tools krijgen om te kunnen omgaan met [minderjarige] . De ouders hebben de afgelopen periode door de situatie ook veel meegemaakt en de moeder merkt ook bij zichzelf triggers als [minderjarige] bepaald gedrag laat zien. Het is belangrijk dat de ouders hierin ondersteuning krijgen. Sinds Kerst is er wel een ommekeer te zien in het gedag van [minderjarige] thuis. Als zij langer thuis is, lijkt zij ook meer comfortabel te zijn. Er zijn tijdens de kerstvakantie eigenlijk geen wrijvingen of vervelende situaties geweest. Wel denken de ouders dat het momenteel nog te vroeg is als [minderjarige] op dit moment al volledig naar huis komt. Wat [minderjarige] heeft opgebouwd, moet behouden blijven. Het evenwicht moet sterk genoeg zijn om thuisplaatsing te kunnen dragen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. Het is goed om te horen dat [minderjarige] het fijn heeft op de groep en de afgelopen periode positieve stappen heeft gezet. Gezien de ernstige zorgen die er zijn (geweest) over het gedrag van [minderjarige] en haar kwetsbaarheid is het van groot belang voor haar ontwikkeling dat er een zorgvuldig en bestendig plan wordt opgesteld voor haar thuisplaatsing. Het is nodig dat er eerst in de thuissituatie een veilige structuur wordt gecreëerd, waarin de veiligheid van [minderjarige] en haar omgeving wordt gewaarborgd en zij de passende hulpverlening krijgt die zij nodig heeft. Het is daarbij belangrijk dat de ouders de juiste ondersteuning gaan ontvangen en er meer duidelijkheid komt over de dagbesteding van [minderjarige] . Dit alles met een doel op een zo groot mogelijke slagingskans van de thuisplaatsing. Voorkomen moet worden dat de thuisplaatsing te vroeg plaatsvindt, waardoor zij opnieuw terugvalt in haar oude gedrag. Het is duidelijk dat [minderjarige] een sterke behoefte heeft aan begrenzing en structuur. Totdat de duidelijke en stabiele kaders in de thuissituatie zijn gecreëerd blijft het verblijf op de gesloten groep daarom noodzakelijk en geschikt en is een alternatief niet in het belang van [minderjarige] . Daarbij neemt de kinderrechter in overweging, zoals verwoord door de gedragswetenschapper, dat er een risico op ontregeling bestaat bij onduidelijkheid en/of voortijdige wisselingen omdat [minderjarige] nog niet de benodigde behandeling voor de onderliggende oorzaak van haar gedrag heeft ontvangen. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van drie maanden. Binnen deze termijn moet het hierboven genoemde plan uitgevoerd kunnen worden en concreet toegewerkt worden naar een volledige thuisplaatsing. De kinderrechter heeft er ook vertrouwen in dat de gecertificeerde instelling, zoals ter zitting naar voren is gebracht, eerder tot thuisplaatsing zal overgaan als dit mogelijk is.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 12 maart 2024 tot 12 juni 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2024 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 11 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.