5.1.Uit de statuten van verzoekster 1 blijkt dat zij zich onder meer ten doel stelt om primair binnen de wijken Bouwlust en Vrederust de verbetering van het woon- en leefmilieu te stimuleren en de leefbaarheid, een gezond leefmilieu, voorzieningen en verkeer en openbaar vervoer te behouden en te bevorderen. Verzoekster 2 heeft blijkens haar statuten tot doel het behoud, de versterking en de reconstructie van het gewaardeerd stadsgezicht in het algemeen en dat van Den Haag in het bijzonder. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter valt het vergunde bouwplan binnen deze statutaire doelstellingen en hebben verzoeksters door het overleggen van nadere stukken en door hun ter zitting gegeven toelichting voldoende inzichtelijk gemaakt dat zij feitelijke werkzaamheden verrichten waarmee zij hun doelstellingen trachten te verwezenlijken. Daarmee worden verzoeksters door het bestreden besluit naar voorlopig oordeel rechtstreeks getroffen in een belang dat zij krachtens hun statutaire doelstelling en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen. Zij zijn daarmee belanghebbenden bij het bestreden besluit.
6. Gebleken is dat de bouwwerkzaamheden in september 2023 zijn gestart en momenteel in volle gang zijn. Aangezien het voortzetten van de bouwwerkzaamheden leidt tot voltooiing van het bouwplan en daarmee gevolgen heeft die bezwaarlijk nog ongedaan te maken zijn, acht de voorzieningenrechter voldoende spoedeisend belang aanwezig.
7. In de omgevingsvergunning staat dat het bouwplan voldoet aan het
– destijds geldende – bestemmingsplan “Steenzicht en Ruimzicht”, met uitzondering van een aantal bouwdelen die de voorgeschreven bouwhoogte met maximaal 60 centimeter overschrijden. Het college heeft deze overschrijding van de toegestane bouwhoogte met toepassing van artikel 10.1, aanhef en onder a, van de planregels toegestaan, omdat de overschrijding marginaal is en geen nadelige invloed heeft op de ruimtelijke belevingswaarde van de gebouwen in deze stedelijke context. In het bestreden besluit is hieraan toegevoegd – samengevat weergegeven – dat de overschrijding van de maximale bouwhoogte geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor de privacy, het uitzicht en het woongenot van omwonenden en de door hen ervaren schaduwoverlast.
8. Bij uitspraak van 20 december 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:4777) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) het bestemmingsplan “Steenzicht en Ruimzicht” vernietigd. 9. Verzoeksters hebben verzocht om schorsing van het bestreden besluit en het primaire besluit. Zij voeren in de kern aan dat deze besluiten onzorgvuldig zijn voorbereid en onvoldoende zijn gemotiveerd. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling over bestemmingsplan “Steenzicht en Ruimzicht” voeren zij aan dat het bouwplan op diverse onderdelen niet voldoet aan de hieraan te stellen eisen. Daarnaast voelen verzoeksters zich onvoldoende betrokken in de procedure die tot het verlenen van de omgevingsvergunning heeft geleid.
10. Het college, vergunninghoudster en belanghebbende hebben afwijzing van de verzoeken bepleit. Zij stellen zich op het standpunt dat de vernietiging van het bestemmingsplan “Steenzicht en Ruimzicht” niet hoeft te leiden tot het oordeel dat ook de verleende omgevingsvergunning geen stand kan houden. Zij wijzen erop dat ten aanzien van de geconstateerde gebreken in het bestemmingsplan “Steenzicht en Ruimzicht”, voor zover nodig, herstelpogingen zijn of zullen worden ondernomen. Daarmee kan volgens hen het ontbreken van een toereikende planologische grondslag voor de verleende omgevingsvergunning worden gerepareerd. Het college heeft in overweging gegeven om bij wijze van voorlopige voorziening enkele concrete voorschriften aan de omgevingsvergunning te verbinden, waarmee tegemoet wordt gekomen aan de zorgen van verzoeksters met betrekking tot het bouwplan.