Uitspraak
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
28 november 2023 de aanvraag van eiser in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 19 december 2023 aangevangen en vervolgens geschorst omdat er geen tolk aanwezig was.
1.2. Eiser heeft op 3 januari 2024 onvertaalde stukken overgelegd.
1.3. De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting van 4 januari 2024 voortgezet en het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening inhoudelijk behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, mr. J.W.F. Menick als waarnemer van de gemachtigde van eiser, Z. Gharbaoui als tolk en de gemachtigde van verweerder.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan de gemachtigde van eiser.
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 875,- aan proceskosten aan de gemachtigde van eiser.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.