ECLI:NL:RBDHA:2024:3443
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.H. Lange
- M.L. Bressers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Albanese eiseres op grond van veilig land van herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening van een Albanese eiseres beoordeeld. De eiseres, geboren in 1994, heeft op 22 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 16 november 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 11 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar de eiseres en haar gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag aan de hand van de beroepsgronden van de eiseres. De eiseres stelt dat zij zwanger is en dat haar familie haar dwingt tot abortus, wat zij niet wil. Dit zou haar reden zijn om Albanië te verlaten. De staatssecretaris heeft echter geoordeeld dat Albanië een veilig land van herkomst is en dat de redenen van de eiseres geen asielrechtelijke relevantie hebben. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft afgewezen, omdat de eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer in een situatie van extreme armoede terecht zal komen, zoals vereist door de jurisprudentie van het Hof van Justitie.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, en is openbaar gemaakt op 30 januari 2024.