ECLI:NL:RBDHA:2024:3436
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur indienen van ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 maart 2024, is het beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had een asielaanvraag ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser stelde verweerder in gebreke, maar de rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling prematuur was. Dit was het gevolg van een wijziging in de beslistermijnen voor asielaanvragen, die met negen maanden waren verlengd door een nieuw besluit (WBV 2023/3). Hierdoor was de termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag van eiser nog niet verstreken op het moment dat hij de ingebrekestelling indiende. De rechtbank concludeerde dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 maart 2024.