ECLI:NL:RBDHA:2024:3432
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Buitengerechtelijke vernietiging van pachtovereenkomsten door curator in faillissementen
In deze zaak heeft de curator van verschillende failliete vennootschappen, waaronder [B.V. 1], [B.V. 2], [B.V. 3], en [B.V. 4], pachtovereenkomsten die kort voor de faillissementen zijn gesloten, buitengerechtelijk vernietigd op grond van artikel 42 van de Faillissementswet (Fw). De curator stelt dat deze overeenkomsten zijn aangegaan met niet-marktconforme pachtprijzen, wat leidt tot benadeling van de schuldeisers. De rechtbank oordeelt dat de curator voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de pachtprijzen aanzienlijk lager zijn dan de marktconforme prijzen, en dat de betrokken partijen wisten of behoorden te weten dat de overeenkomsten schadelijk waren voor de schuldeisers. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de curator toegewezen, waarbij de gedaagden zijn veroordeeld om de percelen [Tuin A] en [Tuin B] binnen 48 uur te verlaten en een voorschot van € 700.000,-- op de gebruiksvergoeding te betalen. De rechtbank heeft ook de proceskosten toegewezen aan de curator.