Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 12 juni 2023, wees de asielaanvraag van de verzoeker af als kennelijk ongegrond. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en heeft het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat er eerder, op 14 september 2023, al een uitspraak was gedaan in de bodemzaak met zaaknummer NL24.17289. Aangezien deze uitspraak al was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, maar heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker. Deze kosten zijn vastgesteld op € 875, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.