ECLI:NL:RBDHA:2024:3347

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
13 maart 2024
Zaaknummer
09-198542-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf voor bezit en verspreiding van kinderporno door een verstandelijk beperkte verdachte

Op 12 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderporno. De verdachte, geboren in 1976, heeft in de periode van 14 oktober 2021 tot en met 3 mei 2022 meermalen afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren, verspreid, aangeboden en in bezit gehad. Tijdens de zitting op 27 februari 2024 heeft de officier van justitie, mr. P.M. Kampen, gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging, met uitzondering van het onderdeel dat de verdachte een gewoonte van het plegen van het misdrijf heeft gemaakt. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J. Gravesteijn, heeft verzocht om vrijspraak van dit onderdeel en zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn verstandelijke beperking, zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige feiten die de psychische en emotionele schade van de slachtoffers in gevaar brengen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf weken, waarvan elf weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 120 uren. Bij de strafoplegging zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen Samsung telefoon onttrokken aan het verkeer, aangezien deze gebruikt is voor het plegen van de strafbare feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/198542-22
Datum uitspraak: 12 maart 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 27 februari 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. P.M. Kampen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J. Gravesteijn naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij
op één of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 14 oktober 2021 tot en met 3 mei 2022 te
's-Gravenhage, althans in Nederland
meermalen, althans eenmaal
telkens
- afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of
- gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon (merk: Samsung A31)
bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of mond/tong en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal,
vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een penis en/of voorwerp oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van
een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het met een vinger/hand anaal peneteren van het eigen lichaam door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Proces-verbaal pagina's 55 t/m 60, foto 001 t/m 010)
en/of
het met een vinger/hand en/of mond/tong en/of penis betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtssdeel
en/of de eigen billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
(Proces-verbaal pagina's 60 en 61, foto 011 en 012)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Proces-verbaal pagina 61, foto 012 en 013)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van het onderdeel dat de verdachte een gewoonte van het plegen van het misdrijf heeft gemaakt.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het onderdeel dat de verdachte een gewoonte van het plegen van het misdrijf heeft gemaakt en heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank zal met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft het bewezen te verklaren feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit van het feit dat de rechtbank bewezen acht.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 96).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
1. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
2. het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, opgemaakt op 12 juli 2022 (p. 44-64);
3. het proces-verbaal van bevindingen onderzoek Samsung, opgemaakt op 21 juni 2022 (p. 67-80).
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 14 oktober 2021 tot en met 3 mei 2022 in Nederland meermalen
- afbeeldingen, te weten foto's en video's,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, verworven, en in bezit gehaden
-
eengegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (merk: Samsung A31), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en mond/tong en vinger/hand en voorwerp oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis en voorwerp oraal en anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een vinger/hand anaal penet
reren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een vinger/hand en mond/tong en penis betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis en vinger/hand en mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een vinger/hand betasten en aanraken van het eigen geslachtsdeel en de eigen billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het masturberen bij en ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf weken, waarvan elf welen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting. Daarnaast heeft zij gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de tijd van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één dag op te leggen en heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft in een periode van ruim een half jaar kinderpornografische afbeeldingen verworven, in bezit gehad, aangeboden en verspreid. Het ging om foto’s en filmpjes waarop vergaande seksuele handelingen door en met kinderen zichtbaar waren. De verdachte kreeg de afbeeldingen naar eigen zeggen via chatcontacten. Hij heeft de afbeeldingen opgeslagen op zijn telefoon en deelde die vervolgens zelf weer met andere chatcontacten.
Voor de productie van kinderporno worden (jonge) kinderen seksueel misbruikt. Deze kinderen lopen ten gevolge hiervan langdurige psychische, emotionele en lichamelijke schade op en kunnen nog lange tijd achtervolgd worden door de van hen verspreide beelden. De verdachte heeft met zijn handelen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het dit misbruik.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 18 januari 2024, waaruit is gebleken dat hij niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 31 oktober 2023. Hierin staat dat de verdachte een verstandelijke beperking heeft. De verdachte zou in zijn jeugd zelf seksueel zijn misbruikt, hetgeen naar zijn zeggen samenhangt met zijn motivatie voor het delictgedrag. Tegenover de reclassering heeft de verdachte verklaard dat hij het deed om anderen te lokken en te onderzoeken wat voor soort mensen zich met kinderporno bezig houden. Of dit daadwerkelijk het geval was, of dat de verdachte kinderporno verspreidde uit seksuele behoefte: beide roepen bij de reclassering zorgen en vragen op. Zijn verstandelijke beperking en de traumatische ervaring van zijn eigen misbruik worden door de reclassering als risicofactor aangemerkt. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. De reclassering ziet meerwaarde in een behandeltraject bij de forensische polikliniek De Waag. Binnen dat traject kan nader worden onderzocht wat de functie is van het delictgedrag, een nadere risicotaxatie worden uitgevoerd en een delictpreventieplan worden opgesteld. De reclassering adviseert bij veroordeling bijzondere voorwaarden aan de verdachte op te leggen, namelijk een meldplicht, een ambulante behandelverplichting, de verplichting tot het vermijden van kinderporno en de verplichting tot het verlenen van medewerking om referenten te raadplegen.
De indruk die de rechtbank ter terechtzitting van de verdachte heeft gekregen, komt overeen met het beeld dat de reclassering van hem heeft geschetst. De verdachte komt over als een zwakbegaafde, kwetsbare man. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij kinderporno heeft verspreid om kindermisbruikers te ontmaskeren en aan te geven bij de politie. Hiernaar bevraagd door de rechtbank heeft de verdachte niet kunnen uitleggen hoe dit plan in elkaar zat. De rechtbank hecht hieraan dan ook weinig geloof. Naar eigen zeggen vond de verdachte de kinderporno niet opwindend. Zorgelijk is echter dat op zijn telefoon meerdere chatgesprekken zijn gevonden waarin de verdachte fantaseert over seks met jonge jongens en dat er tevens apps zijn aangetroffen gericht op contact met minderjarigen.
De op te leggen straf
De aard en ernst van het bewezen verklaarde feit rechtvaardigen oplegging van een gevangenisstraf. De wetgever heeft in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht ook tot uitdrukking gebracht dat niet kan worden volstaan met oplegging van (alleen) een taakstraf in geval van bezit en/of verspreiding van kinderporno. Tegelijk ziet de rechtbank in de persoon van de verdachte, zoals die in het reclasseringsadvies en ter terechtzitting naar voren is gekomen, aanleiding om het grootste deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Aannemelijk is dat vrijheidsbeneming voor de verdachte aanzienlijk ingrijpender is dan voor een willekeurige andere veroordeelde. De rechtbank zal het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf bepalen op één week – en dus niet op één dag zoals door de raadsman is verzocht – bij wijze van afschrikking. Daarmee wordt voor de verdachte meteen duidelijk wat hem boven het hoofd hangt als hij zich niet aan de voorwaarden houdt tijdens de aan het voorwaardelijke strafdeel te verbinden proeftijd van twee jaar. Dat strafdeel zal de rechtbank bepalen op elf weken. De rechtbank zal de door de reclassering geadviseerde voorwaarden stellen, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.
Om recht te doen aan de ernst van het feit en aan de strafdoelen van vergelding en normstelling, zal de rechtbank daarnaast een taakstraf voor de tijd van 120 uren opleggen.

7.De in beslag genomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen Samsung telefoon zal worden onttrokken aan het verkeer.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de Samsung telefoon onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking tot dit voorwerp het bewezen verklaarde feit is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Het gaat hier immers om een gegevensdrager waarop kinderporno is aangetroffen..

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd
en
een gegevensdrageer bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (TWAALF) WEKEN;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
11 (ELF) WEKEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich gedurende de proeftijd, zodra hij hiervoor wordt uitgenodigd, meldt bij de Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van de forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
3. vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich gedurende de proeftijd op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
4. contactgegevens verschaft van door de reclassering te bepalen relevante referenten, zodat de reclassering daarmee contact kan opnemen;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder 3 vermelde voorwaarde kan bestaan uit controles door de reclassering van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers toebehorende aan of in gebruik zijnde bij de veroordeelde. De veroordeelde werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek. Deze controles mogen gedurende de proeftijd van twee jaren maximaal zes keer (waarvan maximaal drie keer in één jaar) worden uitgevoerd en mogen – voor zover het gedrag bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje van de onder 3 gestelde voorwaarde betreft – slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige de reclassering (technische) ondersteuning bieden. De aanwezigheid van een opsporingsambtenaar tijdens de controle is toegestaan zolang deze niet de controle uitvoert.
Voorwaarden bij het toezicht zijn verder dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een
taakstrafvoor de tijd van
120 (HONDERDTWINTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
60 (ZESTIG) DAGEN;
verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten: 1 STK Telefoontoestel.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.W. Mulder, voorzitter,
mr. A.P. Sno, rechter,
mr. M.H.J. Doornink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Langeveld, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 maart 2024.