Op 22 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2022. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, niet in staat is om te voldoen aan de emotionele behoeften van de minderjarige. Ondanks dat de moeder liefdevol is en de basisbehoeften van de minderjarige kan vervullen, zijn er zorgen over haar vermogen om stabiliteit en veiligheid te bieden. De moeder kampt met eigen problematiek en heeft onvoldoende stappen ondernomen om haar situatie te verbeteren. De minderjarige woont momenteel bij de moeder in een moeder-kindhuis, maar deze plaatsing zal eindigen op 9 maart 2024, zonder alternatieve woonlocatie voor hen beiden. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening te verlenen voor zes maanden, met als doel de veiligheid van de minderjarige te waarborgen en de moeder de ruimte te geven om aan haar eigen problemen te werken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.