ECLI:NL:RBDHA:2024:3246

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
NL24.2994 NL24.2996 NL24.3050
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen wegens verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot asielaanvragen van twee verzoeksters en hun kinderen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was verweerder in deze procedure. De verzoeksters hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van 26 januari 2024, waarin werd aangegeven dat de asielaanvragen niet in behandeling zouden worden genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er eerder op dezelfde dag uitspraak is gedaan in andere zaken die verband houden met de asielaanvragen van de verzoeksters. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde als griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.2994, NL24.2996 en NL24.3050

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam verzoeker], verzoeker

V-nummer: [nummer 1]
[naam verzoekster 1], verzoekster 1
V-nummer: [nummer 2]
mede namens:
[naam kind 1]
V-nummer: [nummer 3]
[naam kind 2]
V-nummer: [nummer 4]
[naam dochter](dochter)
V-nummer: [nummer 5]
en
[naam verzoekster 2], verzoekster 2
V-nummer: [nummer 6]
gezamenlijk te noemen ‘verzoekers’
(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluiten van 26 januari 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.2993, NL24.2995 en NL24.3049 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.