Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun asielaanvragen beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen op 26 januari 2024 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvragen. De rechtbank heeft op 29 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Duitsland verantwoordelijk is, op basis van de Dublinverordening.
Eisers, een gezin met minderjarige kinderen, hebben op 5 oktober 2023 asiel aangevraagd in Nederland, maar uit Eurodac-onderzoek blijkt dat zij op 20 september 2023 ook in Duitsland asiel hebben aangevraagd. De rechtbank overweegt dat de Europese regelgeving bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. De staatssecretaris heeft een verzoek om terugname gedaan aan Duitsland, dat dit verzoek heeft aanvaard.
Eisers zijn van mening dat Nederland verantwoordelijk is voor hun aanvragen, omdat de oudste twee kinderen eerst in Nederland zijn aangekomen. Ze voeren aan dat ze in Duitsland slecht zijn behandeld en dat hun binding met Nederland sterker is. De rechtbank oordeelt echter dat de binding met Nederland niet bepalend is voor de verantwoordelijkheidsverdeling volgens de Dublinverordening. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de besluiten van de staatssecretaris, zonder vergoeding van proceskosten.