Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , [gemeente] , eiseres,
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb), verweerder
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [de vader] uit Den Haag (de vader).
Procesverloop
Overwegingen
“Indien twee personen die recht hebben op kinderbijslag voor eenzelfde kind, dit kind op basis van een overeenkomst of rechterlijke beschikking overwegend in gelijke mate verzorgen en onderhouden zonder met elkaar een gemeenschappelijke huishouding te voeren, wordt tenzij in de overeenkomst anders is overeengekomen of in de rechterlijke beschikking anders is bepaald, het recht van één van deze personen op de kinderbijslag gelijk verdeeld uitbetaald aan beide verzekerden en wordt het recht van de andere persoon niet uitbetaald.”
“(…)De SVB gaat uit van de in de overeenkomst opgenomen regeling betreffende de verdeling van de verzorging en het onderhoud. Alleen indien blijkt dat niet-naleving van deze regeling een bestendig karakter heeft (in zijn algemeenheid langer dan zes maanden), dient de feitelijke situatie als richtsnoer voor de uitbetaling. Als het niet goed mogelijk is om de feitelijke situatie vast te stellen, gaat de SVB alsnog uit van de in de overeenkomst opgenomen regeling.”