ECLI:NL:RBDHA:2024:3235
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende rekening houden met klachten en beperkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.A.R. Wieleman, stelde dat het besluit van het Uwv onzorgvuldig tot stand was gekomen, omdat onvoldoende rekening was gehouden met haar klachten en beperkingen. Eiseres heeft diverse medische aandoeningen, waaronder een collageenziekte en scoliose, en voerde aan dat haar beperkingen zwaar waren onderschat. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat de primaire verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig onderzoek hebben verricht. De rechtbank concludeert dat de rapporten van de verzekeringsartsen geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende duidelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiseres geen reden geven om te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel van de verzekeringsartsen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een vergoeding van proceskosten of griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.