ECLI:NL:RBDHA:2024:3150

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
C/09/659204 / JE RK 24-5
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 22 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, de gecertificeerde instelling, om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft de procedure op 22 februari 2024 met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder van [minderjarige] en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting een gesprek gevoerd met [minderjarige].

De feiten tonen aan dat [minderjarige] bij zijn moeder woont en dat de moeder belast is met het ouderlijk gezag. Eerder was [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 28 februari 2024. De gecertificeerde instelling heeft het verzoek tot verlenging gemotiveerd door te wijzen op de kwetsbaarheid van [minderjarige], die gediagnosticeerd is met ADHD en in het verleden suïcidale gedachten heeft gehad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder en [minderjarige] positieve stappen hebben gezet in hun ontwikkeling, en dat de doelen van de ondertoezichtstelling zijn behaald. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 22 maart 2024, maar heeft het verzoek om een langere verlenging afgewezen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De kinderrechter heeft in een brief aan [minderjarige] de beslissing toegelicht en benadrukt dat de laatste afspraken afgerond moeten worden voordat de ondertoezichtstelling kan eindigen. De kinderrechter heeft de beslissing mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/659204 / JE RK 24-5
Datum uitspraak: 22 februari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2011 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 2 januari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 februari 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- [naam] namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter en [minderjarige] hebben voorafgaand aan de zitting samen een gesprek gevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 februari 2023 [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 28 februari 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [minderjarige] is een kwetsbare jongen die op een laag gemiddeld niveau presteert met een disharmonisch profiel en is gediagnosticeerd met ADHD. Hierdoor kan [minderjarige] impulsief zijn, heeft hij duidelijkheid nodig en kan hij niet altijd het verband tussen oorzaak en gevolg zien. Daarnaast heeft [minderjarige] sombere gedachten en heeft hij in het verleden suïcidale uitspraken gedaan. In december 2022 is [minderjarige] geplaatst op de gesloten groep van het [naam instelling] (een instelling voor jeugdzorg) en heeft hij daar hulpverlening gekregen. Op de groep heerste veel onrust. [minderjarige] was getuige van agressie van groepsgenoten. [minderjarige] had hier last van. Hij kon zelf goed aangeven dat de gesloten groep hem meer kwaad dan goed deed. Gelet op de positieve ontwikkeling die hij had doorgemaakt en het feit dat er geen passende open groep was, is [minderjarige] in oktober 2023 weer bij de moeder gaan wonen. Zijn zelfbeeld is positief veranderd. Hij heeft veel geleerd met betrekking tot zijn emotieregulatie en weet beter met spanning om te gaan. De afgelopen periode is de moeder trouw geweest in haar afspraken met [minderjarige] en accepteert zij de (intensieve) hulpverlening. Op dit moment gaat [minderjarige] nog niet naar school, omdat de hulpverlening hem te laat heeft aangemeld voor vervolgonderwijs. [minderjarige] staat op de wachtlijst bij [naam school] en ter overbrugging volgt hij vijf dagdelen onderwijs bij een zorgboerderij. Gelet op de positieve ontwikkeling van de moeder en [minderjarige] is de gecertificeerde instelling voornemens om de komende periode richting een afronding van de ondertoezichtstelling te werken. Het is van belang dat de hulpverlening in het vrijwillig kader kan worden voortgezet en dat er een warme overdracht naar het vrijwillig kader kan plaatsvinden. Hiervoor is een (korte) verlenging van de ondertoezichtstelling nodig, zo is ter zitting toegelicht.

4.De standpunten

Ter zitting heeft de moeder het volgende naar voren gebracht. Volgens de moeder is een ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk en is de gecertificeerde instelling de afgelopen periode weinig betrokken geweest. De moeder regelt veel dingen zelf en door de betrokkenheid van veel mensen lopen praktische zaken vertraging op. De moeder wil niet afhankelijk zijn van anderen om zaken zoals een aanmelding bij een school te regelen. De moeder heeft recentelijk te horen gekregen dat er voor [minderjarige] een plek is bij [naam school] en dat daar op 1 maart 2024 een intake staat gepland.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
Daartoe overweegt de kinderrechter als volgt. De afgelopen periode hebben de moeder en [minderjarige] grote stappen gezet en een positieve ontwikkeling doorgemaakt. In oktober 2023 is [minderjarige] teruggeplaatst bij de moeder, omdat het verblijf binnen de gesloten groep van het [naam instelling] geen positieve bijdrage leverde aan de ontwikkeling van [minderjarige] en er geen passende open groep beschikbaar was. Uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken, is duidelijk geworden dat het goed gaat met [minderjarige] . Hij heeft stappen gezet met betrekking tot zijn emotieregulatie. Hij heeft een positiever zelfbeeld en weet beter met spanningen om te gaan. Daarnaast heeft de moeder er alles aan gedaan om een goede opvoedsituatie voor [minderjarige] te creëren. De moeder werkt mee aan de hulpverlening en houdt zich aan de afspraken. Er is inmiddels een plek voor [minderjarige] gevonden bij [naam school] . Hij is daar aangemeld om te gaan beginnen. Hij heeft daar zelf veel zin in. De doelen van de ondertoezichtstelling zijn inmiddels behaald en de gecertificeerde instelling is voornemens om te werken richting een afronding van hun betrokkenheid in het kader van de ondertoezichtstelling. Met de gecertificeerde instelling is de kinderrechter van oordeel dat het wel belangrijk is om te zorgen voor een warme overdracht naar het vrijwillig kader, zodat de betrokken hulpverlening kan doorlopen. Op dit moment moet het gezin nog worden aangemeld bij het wijkteam en moet de financiering voor het vrijwillig kader nog in orde gemaakt worden. Het is in het belang van [minderjarige] dat dit op een goede manier wordt geregeld, voordat de gezin wordt overgedragen naar het vrijwillig kader. Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling voor een korte duur van een maand verlengen en voor het overige afwijzen.
5.3.
De kinderrechter heeft deze beslissing in een afzonderlijke brief aan [minderjarige] toegelicht. Gelijktijdig met deze beschikking wordt die brief verzonden. De inhoud van de brief luidt als volgt:
Beste [minderjarige] ,
Op 19 februari hebben wij samen gepraat. De griffier was daar ook bij. Een paar dagen later was de zitting. Daar heb ik met jouw moeder en met mevrouw van Putten gesproken. Voor ons gesprek heb jij mij ook een brief gestuurd (een e-mail) waarin jij heel duidelijk hebt geschreven wat jij ervan vindt. Als jij de moeite neemt om mij te schrijven, vind ik dat ik jou ook moet terugschrijven.
Ik was niet alleen onder de indruk van jouw e-mail, maar ook van ons gesprek. Je bent pas 12 jaar en je kunt al ontzettend goed duidelijk maken wat je vindt. Zeker voor je leeftijd ben je ongelofelijk wijs. Met de juiste woorden en hele mooie zinnen breng je precies onder woorden wat de afgelopen maanden voor jou hebben betekend. Het ging niet zo goed met je, een tijd geleden. Je hebt aan mij verteld welke mensen jou goed geholpen hebben. Door deze mensen en door jouw eigen wilskracht gaat het nu erg goed met je. Je verblijft alweer een tijdje bij je moeder. Je hebt steun aan haar en zij ook aan jou. Je bent een hele goede zoon, [minderjarige] . En jouw moeder doet ook haar uiterste best. Ze houdt heel erg veel van jou.
De ondertoezichtstelling en de eerdere uithuisplaatsing was voor jullie allebei niet makkelijk. Toen ik aan jou vroeg hoe het nu met jullie gaat, zei jij heel blij: “Goed!” Je bent er terecht trots op dat het jullie gelukt is er weer bovenop te komen. Dat is ontzettend knap van jullie. Je zit op karate en binnenkort ga je weer naar een echte school. Je hebt veel geleerd van de mensen die jou hebben geholpen.
Je hebt mij ook verteld dat je boos bent over dingen die zijn opgeschreven in rapporten die niet kloppen. Ik had jou beloofd dat ik dat zou bespreken op de zitting met mevrouw Van Putten. Dat heb ik ook gedaan. Mevrouw Van Putten heeft duidelijk gemaakt dat verkeerde informatie wordt verwijderd. Ik hoop dat jou dat gerust stelt. Daarmee kun je je dan helemaal gaan richten op de toekomst.
Jij en je moeder kunnen het verder samen wel af. Dat heb jij mij goed duidelijk gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat dat zo is. Omdat ik het belangrijk vind dat de laatste afspraken worden afgerond, verleng ik de ondertoezichtstelling tot 22 maart 2024 en is die daarna klaar. Jij zult daar niet veel van merken, want het gaat over aanmeldingen en geld. Ik vind het belangrijk dat jullie in een goed vrijwillig kader terechtkomen. Daarom heb ik de beslissing zo genomen.
Ik wens jou heel veel mooie dingen toe in je leven. Ik hoop dat je veel plezier zult gaan halen uit alle talenten die je hebt.
Met hartelijke groeten,
De kinderrechter

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 22 maart 2024;
6.2.
wijst het meer of anders verzochte af;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2024 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. R.M. Goossen als griffier, en op schrift gesteld op 11 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, ` binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.