Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de akte eiswijziging;
2.De feiten
3.Het geschil
primairaan haar vorderingen artikel 7:753 lid 1 BW ten grondslag. BVR voert aan dat er is sprake van kostenverhogende omstandigheden die BVR niet heeft verdisconteerd bij de bepaling van de realisatiesom. Hoofdzakelijk als gevolg van de oorlog in Oekraïne, die eind februari 2022 uitbrak, zijn de bouwkosten exorbitant gestegen. Die diverse prijsstijgingen waren bij het tot stand komen van de overeenkomst op 21 oktober 2021 niet voorzienbaar en daarmee heeft BVR dus ook geen rekening hoefde te houden. BVR heeft PMT tijdig gewaarschuwd voor de prijsstijgingen.
4.De beoordeling
aankoop betontoeslag”. De rechtbank komt tot het oordeel dat BVR hier wel voldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van een prijsstijging als gevolg van de oorlog in Oekraïne, met welke prijsstijging BVR geen rekening hoefde te houden bij het sluiten van de overeenkomst. BVR heeft ter onderbouwing een brief van de leverancier B.V. Betonmortel Centrale Koudekerk overgelegd, waarvan de inhoud niet door PMT is betwist. Hierin is – voor zover van belang – vermeld:
€ 173,00 (eventueel verhoogd met kosten van betekening)