Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
.
Rechtbank Den Haag
Op 5 maart 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het wrakingsverzoek was ingediend tegen mr. I.F. Dam, de kantonrechter in de hoofdzaak tussen verzoeker en CZ Zorgverzekeringen N.V. Het verzoek tot wraking werd gedaan na de einduitspraak in de hoofdzaak, wat volgens de wet niet mogelijk is. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. In dit geval was er geen sprake van bijzondere omstandigheden die een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid opleverden. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking na een einduitspraak, waardoor het verzoek niet ontvankelijk werd verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.