ECLI:NL:RBDHA:2024:3074

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
AWB-23_7031
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van opgelegde ROV-2 maatregelen wegens niet nakomen van de meldplicht door een asielzoeker

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eiser tegen de besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) van 14 juni 2023 en 20 juni 2023. De rechtbank behandelt de vraag of de opgelegde ROV-2 maatregelen, die voortvloeien uit het niet voldoen aan de meldplicht, rechtmatig zijn. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.M. Ficq, heeft betoogd dat hij door zijn werk verhinderd was om zich te melden en dat dit niet in de besluitvorming is betrokken. De rechtbank constateert echter dat eiser erkent dat hij zich niet heeft gemeld en dat hij zijn stelling niet heeft onderbouwd met bewijsstukken. Hierdoor oordeelt de rechtbank dat de maatregelen zorgvuldig zijn opgelegd en de beroepsgrond van eiser niet slaagt.

Daarnaast stelt eiser dat de maatregelen onrechtmatig zijn omdat deze enkel opgelegd mogen worden bij ernstige inbreuken op de regels. De rechtbank verwijst naar artikel 20 van de Opvangrichtlijn en concludeert dat het niet voldoen aan de meldplicht kan leiden tot een beperking van de materiële opvangvoorzieningen. De rechtbank oordeelt dat de inhouding van het leefgeld van eiser een dergelijke beperking vormt en dat de maatregelen dus rechtmatig zijn. De beroepen van eiser worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde maatregelen in stand blijven en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 23/7031 (beroep)
AWB 23/7032 (beroep)

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[eiser] , eiser,

V-nummer: [v-nummer]
gemachtigde: mr. B.J.P.M. Ficq,
en

het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder,

gemachtigde: mr. S. Boerci, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen de besluiten van 14 juni 2023 en 20 juni 2023 (de bestreden besluiten). Verweerder heeft op grond van de Rva [1] eiser twee maal een ROV 2-maatregel [2] (de maatregelen) opgelegd vanwege het niet voldoen aan de meldplicht. Hierbij is in totaal gedurende vier weken € 12,95 per week ingehouden op het leefgeld van eiser. Dit omvat de periode tussen 31 mei 2023 en 27 juni 2023.
2. Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
3. De rechtbank heeft de beroepen op 8 februari 2024 op zitting behandeld. Eiser en gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aan eiser de maatregelen heeft kunnen opleggen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
Heeft verweerder zorgvuldig en met deugdelijke motivering de maatregelen opgelegd?
5. Eiser stelt dat hij in overleg met verweerder niet op zijn meldplicht afspraken is verschenen. Vanwege zijn werk zou hij verhinderd zijn om zich te melden. Volgens eiser is daar in het bestreden besluit ten onrechte geen melding van gemaakt en is dit ook ten onrechte niet in de besluitvorming betrokken. Eiser vindt daarom dat het besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen en ook niet deugdelijk is gemotiveerd.
6. De rechtbank stelt vast dat eiser erkent dat hij zich niet heeft gemeld in voornoemde periode. Verweerder stelt terecht dat eiser zijn standpunt, dat hij in overleg met verweerder niet op zijn meldplicht afspraak is verschenen, niet heeft onderbouwd met stukken. Eiser heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat deze afspraak bestond. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de maatregelen dan ook zorgvuldig en met een deugdelijke motivering opgelegd. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Heeft verweerder de maatregelen kunnen opleggen?
7. Eiser stelt dat de maatregelen sancties betreffen en dat die onrechtmatig zijn opgelegd omdat enkel ernstige inbreuken op de regels tot een beperking van de materiële opvangvoorziening leiden. De gedragingen van eiser zijn niet als zodanig te kwalificeren. Eiser verwijst in dit kader naar artikel 20, vierde lid, van de Opvangrichtlijn [3] .
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de maatregelen kunnen opleggen. Uit artikel 20, eerste lid, onder b, van de Opvangrichtlijn volgt dat het niet voldoen aan de meldplicht kan leiden tot een beperking van de materiële opvangvoorzieningen. In het verweerschrift en ter zitting heeft verweerder toegelicht dat de inhouding van het leefgeld een dergelijke beperking van de materiële opvangvoorzieningen vormt [4] . Anders dan eiser stelt, volgt uit het voorgaande dat het niet voldoen aan de meldplicht niet kan leiden tot een sanctie als bedoeld in artikel 20, vierde lid, van de Opvangrichtlijn. Deze beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

9. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de maatregelen die verweerder heeft opgelegd in stand blijven. Eiser krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Broekhof, rechter, in aanwezigheid van mr. S.E. Harms, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2024.
griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:
Coll:

Rechtsmiddel

Voetnoten

1.Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005.
2.Reglement onthouding verstrekkingen.
3.Richtlijn 2013/33/EU.
4.Op grond van artikel 10 en 19 van de Rva.