ECLI:NL:RBDHA:2024:307
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag in verband met Dublin-regelgeving
Op 12 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 8 december 2023 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als reden dat Slovenië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 5 januari 2024 behandeld, samen met het beroep dat onder zaaknummer NL23.38828 liep. Tijdens de zitting waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden, mr. N. Akbalik en mr. K.L. Diender. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, betreffende het beroep, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Hollebrandse, in aanwezigheid van griffier R. Kloppers, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.