Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
2.Het verzoek
Studio’svan Horizon in [plaatsnaam 3] . Dit is een aanbod waarbij [minderjarige] zich met intensieve persoonlijke begeleiding kan richten op zelfstandig wonen. Over ongeveer vier tot zes maanden zal hier naar verwachting een plek bij de Studio’s beschikbaar zijn voor [minderjarige] . In de tussentijd kan [minderjarige] verblijven bij
de Studio’svan Horizon in [plaatsnaam 1] totdat er plek is in [plaatsnaam 3] . Op deze manier kan [minderjarige] alvast wennen aan zijn nieuwe woonvorm, op de vertrouwde locatie in [plaatsnaam 1] waarna hij dezelfde woonvorm in [plaatsnaam 3] , in de buurt van zijn familie, kan voortzetten.. Deze constructie sluit volledig aan bij wat er nodig lijkt voor [minderjarige] , waarbij ook wordt voorkomen dat zijn behandeling stagneert. Voor plaatsing bij
de Studio’sin zowel [plaatsnaam 1] als [plaatsnaam 3] is een machtiging gesloten jeugdzorg vereist. Om die reden verzoekt de gecertificeerde instelling om een gesloten machtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden. De gecertificeerde instelling benadrukt dat het onwenselijk is om [minderjarige] op een open groep in de regio [plaatsnaam 3] te plaatsen. Er zijn zorgen over de beïnvloedbaarheid van [minderjarige] en zijn banden met zijn oude netwerk. Het is belangrijk dat [minderjarige] binnen een veilige en gestructureerde omgeving kan blijven werken aan zijn ontwikkeling. Daarvoor is het nodig om te wachten op een beschikbare plek
bij de Studio’sin [plaatsnaam 3] . De gecertificeerde instelling geeft ter zitting te kennen dat zij begrijpt dat [minderjarige] de verzochte duur van twaalf maanden te lang vindt. De gecertificeerde instelling kan zich dan ook voorstellen dat de machtiging gesloten wordt verleend voor zes maanden met aanhouding van het overige.
3.De standpunten
de Studio’sin [plaatsnaam 3] net als
de Studio’sin [plaatsnaam 1] van Horizon is. De advocaat verwacht dan ook dat bij de vraag of een gesloten machtiging nodig is voor plaatsing in [plaatsnaam 3] rekening wordt gehouden met voortgang van [minderjarige] bij de
Studio’sin [plaatsnaam 1] . [minderjarige] heeft zelf naar voren gebracht dat hij het niet ziet zitten om nog langer bij Horizon [plaatsnaam 1] te verblijven. Hij is toe aan een nieuwe plek met meer vrijheden..
4.De beoordeling
de Studio’svan Horizon in [plaatsnaam 3] . [minderjarige] kan in de tussentijdverblijven bij
de Studio’sin [plaatsnaam 1] . Hier kan hij alvast wennen aan meer vrijheden en leren om meer taken zelfstandig uit te voeren. Het is niet in het belang van [minderjarige] om hem in de tussentijd op een open groep in [plaatsnaam 3] te plaatsen, omdat er nog zorgen zijn over zijn weerbaarheid (ten opzichte van zijn oude netwerk in [plaatsnaam 3] ) en zijn huidige behandeling dan niet voortgezet kan worden. Voor (de financiering van) de plaatsing bij zowel
de Studio’sin [plaatsnaam 1] als in [plaatsnaam 3] is een machtiging voor een gesloten accommodatie nodig. De kinderrechter acht een machtiging voor een gesloten accommodatie, om verblijf bij
de Studio’sin [plaatsnaam 1] en [plaatsnaam 3] te realiseren, nodig om de positieve ontwikkeling van [minderjarige] door te zetten. De kinderrechter vindt het echter te ingrijpend om de gesloten machtiging te verlenen voor de verzochte duur van twaalf maanden. De kinderrechter verleent de machtiging gesloten daarom voor zes maanden en houdt het verzoek voor het overige aan. Over zes maanden wordt wederom naar de situatie gekeken en moet blijken of voortzetting van de gesloten machtiging noodzakelijk is. De kinderrechter verzoekt de gecertificeerde instelling om uiterlijk twee weken voorafgaand aan de nader te bepalen zitting een schriftelijke update aan de rechtbank en de belanghebbenden te overleggen. Indien de gecertificeerde instelling het verzoek handhaaft verzoekt de kinderrechter de gecertificeerde instelling tevens om een nieuwe instemmingsverklaring van een onafhankelijke gedragswetenschapper die [minderjarige] daarop kort tevoren heeft onderzocht aan de rechtbank en de belanghebbenden te overleggen.
5.De beslissing
uiterlijk twee wekenvoorafgaand aan de voornoemde zitting
een schriftelijke update (en eventueel een nieuwe instemmingsverklaring)aan de rechtbank en de belanghebbenden te zenden;