ECLI:NL:RBDHA:2024:2914
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder verantwoordelijk voor asielaanvraag op basis van Eurodac-registratie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.G. Grigorjan, had een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S.J.R. Brock, had deze aanvraag niet in behandeling genomen. De staatssecretaris stelde dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat eiser eerder asiel had aangevraagd in Duitsland, wat geregistreerd stond in het Eurodac-systeem.
Eiser voerde aan dat Duitsland niet verantwoordelijk was, omdat hij daar geen asielaanvraag had ingediend. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris terecht had aangenomen dat Duitsland verantwoordelijk was, gezien de Eurodac-registratie en de acceptatie van de Dublinclaim door Duitsland. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiser dat hij niet goed geïnformeerd was over zijn rechten en plichten in Duitsland, en dat hij gedwongen was om een asielaanvraag te doen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, omdat het beroep ongegrond werd verklaard.
De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.