Op 5 maart 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, een meisje van vijftien jaar oud, die in een gesloten instelling geplaatst moet worden vanwege ernstige zorgen over haar ontwikkeling en veiligheid. De kinderrechter heeft eerder op 26 februari 2024 een spoedmachtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie van 26 februari tot 7 maart 2024. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, heeft verzocht om een machtiging voor een langere periode van drie maanden, omdat de minderjarige meerdere keren is weggelopen en zich in gevaarlijke situaties heeft bevonden. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 maart 2024 waren de moeder, de minderjarige en haar advocaat aanwezig, terwijl de vader niet verscheen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige niet volledig inziet hoe ernstig haar situatie is en dat haar veiligheid alleen gewaarborgd kan worden door plaatsing in een gesloten instelling. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van 5 maart 2024 tot 5 juni 2024, met als doel de behandeling van de minderjarige te hervatten en de band met haar moeder te herstellen.