Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Marokkaanse nationaliteit. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S.J. van der Woude, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 11 februari 2024 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Tijdens de zitting op 19 februari 2024 heeft de eiser zijn beroepsgrond ingetrokken, nadat verweerder aanvullende stukken had ingediend, waaronder het proces-verbaal van aanhouding.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit en nationaliteit van de eiser, en voor het verkrijgen van gegevens die essentieel zijn voor de beoordeling van een asielaanvraag. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de bewaring voldoende gemotiveerd waren en dat de eiser geen andere beroepsgronden had ingediend. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 februari 2024 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.