Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser, die in bewaring was gesteld op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 februari 2024, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overdrachtstermijn op 3 juli 2023 was verlengd en dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder de stelling dat verweerder onvoldoende voortvarend handelde en dat er een lichter middel had moeten worden toegepast vanwege zijn psychische klachten, verworpen. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding is eveneens afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 februari 2024.