ECLI:NL:RBDHA:2024:289
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit wegens gebrek aan procesbelang
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen een terugkeerbesluit dat op 27 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is opgelegd. Eiser, geboren in 1995 en van Dominicaanse nationaliteit, werd staande gehouden en opgedragen binnen vier weken het grondgebied van de EU, EER en Zwitserland te verlaten. Eiser stelt dat hij in Nederland is voor familiebezoek en dat hij rechtmatig verblijf heeft in Spanje, waar hij wacht op een beslissing over zijn verblijfsvergunning. Hij betwist de argumenten van verweerder, die stelt dat eiser onvoldoende middelen van bestaan heeft en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zijn verblijf rechtvaardigen.
De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder was wel vertegenwoordigd. Tijdens de zitting bleek dat de gemachtigde van eiser al enkele maanden geen contact met hem had kunnen krijgen, wat leidde tot de vraag of eiser nog procesbelang had. De rechtbank concludeert dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, gezien het gebrek aan contact en de onduidelijkheid over zijn verblijfplaats.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Bakker, en is openbaar gemaakt op 12 januari 2024.