ECLI:NL:RBDHA:2024:289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
NL23.27552
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit wegens gebrek aan procesbelang

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen een terugkeerbesluit dat op 27 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is opgelegd. Eiser, geboren in 1995 en van Dominicaanse nationaliteit, werd staande gehouden en opgedragen binnen vier weken het grondgebied van de EU, EER en Zwitserland te verlaten. Eiser stelt dat hij in Nederland is voor familiebezoek en dat hij rechtmatig verblijf heeft in Spanje, waar hij wacht op een beslissing over zijn verblijfsvergunning. Hij betwist de argumenten van verweerder, die stelt dat eiser onvoldoende middelen van bestaan heeft en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zijn verblijf rechtvaardigen.

De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder was wel vertegenwoordigd. Tijdens de zitting bleek dat de gemachtigde van eiser al enkele maanden geen contact met hem had kunnen krijgen, wat leidde tot de vraag of eiser nog procesbelang had. De rechtbank concludeert dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, gezien het gebrek aan contact en de onduidelijkheid over zijn verblijfplaats.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Bakker, en is openbaar gemaakt op 12 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.27552

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

(gemachtigde: mr. E.R. Weegenaar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K.A. van Iwaarden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitvaardigen van een terugkeerbesluit.
1.1
Met het bestreden besluit van 27 augustus 2023 heeft verweerder aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd.
2. De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn hierbij, met voorafgaande mededeling, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
3. Eiser is geboren op [geboortedag] 1995 en heeft de Dominicaanse nationaliteit. Op 27 augustus 2023 is eiser staande gehouden en is hem een terugkeerbesluit opgelegd. Daarin is eiser opgedragen binnen vier weken het grondgebied van de EU, EER en Zwitserland te verlaten en terug te keren naar de Dominicaanse Republiek.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser stelt dat hij sinds korte tijd in Nederland is op familiebezoek. Verweerder heeft hem ten onrechte tegengeworpen dat hij onvoldoende middelen van bestaan heeft, want hij verblijft bij zijn familie en hij heeft zelf ook financiële middelen. Verder is hij rechtmatig Nederland ingereisd. Hij heeft namelijk rechtmatig verblijf in Spanje in afwachting van de beslissing op zijn aanvraag om (verlenging van) een verblijfsvergunning. Verweerder had nader onderzoek moeten doen naar eisers verblijfsrecht in Spanje. Ook is in het bestreden besluit ten onrechte opgenomen dat door eiser geen bijzonderheden zijn aangevoerd, nu hij heeft aangevoerd dat zijn familieleden in Nederland wonen waardoor hij bijzondere banden heeft met Nederland. Het bestreden besluit is daarnaast onzorgvuldig genomen, nu de derde pagina van het besluit ontbreekt. Tot slot is niet gemotiveerd waarom niet volstaan kon worden met een lichtere maatregel zoals gecontroleerd vertrek.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank ziet zich ambtshalve voor de vraag gesteld of eiser nog procesbelang heeft bij zijn beroep. Eisers gemachtigde heeft namelijk op de avond voor de zitting laten weten dat hij laatstelijk geen contact heeft kunnen krijgen met eiser. De rechtbank heeft hierop op de ochtend van de zitting telefonisch contact opgenomen met eisers gemachtigde. Uit dit telefoongesprek is gebleken dat eisers gemachtigde al een paar maanden geen contact heeft gehad met eiser en dat eiser niet reageert op zijn e-mails. Ook weet eisers gemachtigde niet waar eiser verblijft. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van procesbelang.
7. Eiser krijgt daarom geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.