ECLI:NL:RBDHA:2024:2889

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
NL24.4225, NL24.4226
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening van Ghanaese eiser

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2024, wordt het beroep van een Ghanaese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser had op 17 januari 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 29 januari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend na een eerdere veroordeling tot gevangenisstraf in Nederland wegens het gebruik van een vervalst paspoort. Tijdens de zitting op 27 februari 2024, waar eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, werd het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, zodat eiser de uitspraak op zijn beroep in Nederland kon afwachten.

Eiser stelt dat hij in Ghana is gevlucht vanwege een opvolgingsstrijd in zijn dorp, waarbij hij vreest voor represailles van tegenstanders. Hij betoogt dat de politie in Ghana hem niet de bescherming biedt die hij nodig heeft, en dat het gehoor onzorgvuldig is afgenomen vanwege zijn gezondheidsproblemen. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris de asielaanvraag op goede gronden heeft afgewezen, omdat Ghana als veilig land van herkomst wordt beschouwd. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Ghana persoonlijk te vrezen heeft voor vervolging of ernstige schade.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter en griffier, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week hoger beroep aantekenen tegen de uitspraak op het beroep, maar niet tegen de afwijzing van de voorlopige voorziening.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.4225 (beroep) en NL24.4226 (voorlopige voorziening).

uitspraak van de enkelvoudige kamer/voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E.D.C. van der Weijden).

Inleiding

1. In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Ook wordt uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening dat door eiser is ingediend.
1.1
Eiser heeft op 17 januari 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
1.2
Verweerder heeft met het bestreden besluit van 29 januari 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond [1] .
1.3
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep (NL24.4225) ingediend. Ook heeft eiser de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening (NL24.4226) te treffen, zodat eiser de uitspraak op het beroep in Nederland mag afwachten.
1.4
Het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening zijn op 27 februari 2024 gezamenlijk op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, K. Mensa als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1968 en de Ghanese nationaliteit te hebben. Eiser is in 2012 Ghana ontvlucht en heeft enige tijd rechtmatig verblijf in Italië gehad. Op 21 augustus 2023 heeft eiser Nederland geprobeerd in te reizen met een vervalst paspoort. Eiser is vanwege dit feit tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld. Na uitzitten van zijn straf is eiser aansluitend in vreemdelingenbewaring geplaatst en heeft toen vanuit het detentiecentrum een asielaanvraag ingediend.
3. Eiser heeft aan zijn asielrelaas ten grondslag gelegd dat hij gevlucht is vanwege problemen met mensen uit het dorp [plaats 1]. Tussen [plaats 2], het dorp waar eiser woonde, en het dorp [plaats 1] heerste sinds 2008 een strijd over de opvolging van het dorpshoofd van het dorp Berekum. In deze strijd zijn vele mensen uit [plaats 2], onder andere de broer van eiser, door tegenstanders uit [plaats 1] gedood. Eiser heeft van deze moord aangifte gedaan bij de politie, maar de politiechef heeft partij gekozen voor [plaats 1]. Eiser vreest voor represailles en stelt dat hij door mensen uit [plaats 1] en de politie gezocht wordt en dat zij hem willen doden.
Wat heeft verweerder besloten?
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Conflict met mensen van het dorp [plaats 1].
Beide elementen zijn geloofwaardig geacht. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen, omdat Ghana als een veilig land van herkomst heeft te gelden en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Ghana persoonlijk te vrezen heeft voor vervolging als bedoeld in het Vluchtelingenverdrag of een reëel risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM [2] . Nu eiser daarnaast verweerder misleid heeft over zijn nationaliteit en identiteit en niet meteen asiel heeft aangevraagd bij binnenkomst in Nederland, is de asielaanvraag kennelijk ongegrond verklaard.
Wat vindt eiser in beroep?
5. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert in beroep het volgende aan. Het gehoor is onzorgvuldig afgenomen, omdat hij tijdens het gehoor pijn had en zich niet goed voelde. Hij heeft dit meerdere keren aangegeven en kon zich daarom niet optimaal uiten. Verweerder erkent deze omstandigheden, wat blijkt uit het feit dat ze het gehoor enigszins hebben ingekort. Ook stelt eiser dat het enkele feit dat hij aangifte heeft gedaan bij de politie in Ghana nog niet betekent dat hij ook daadwerkelijke bescherming van de autoriteiten krijgt. Eiser stelt dat hij ongelijk behandeld werd door de politie, omdat niets gedaan werd met zijn aangifte. Eiser kan in Ghana dan ook niet de bescherming krijgen die hij wenst.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de asielaanvraag van eiser op goede gronden afgewezen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Zorgvuldigheid gehoor
6.1
Ten aanzien van eisers gezondheidsproblemen overweegt de rechtbank dat verweerder deze problemen heeft onderkend en rekening hiermee heeft gehouden tijdens het gehoor door veelvuldig te pauzeren en het gehoor in te korten. Dit blijkt voldoende uit het verslag van het nader gehoor. Indien eiser door zijn gezondheidsproblemen relevante aspecten van het asielrelaas vergeten is of niet benoemd heeft in het nader gehoor, konden deze achteraf alsnog worden aangevuld. Eiser heeft weliswaar gesteld dat hij door zijn gezondheidsproblemen gehinderd werd tijdens gehoren, maar noch in de correcties en aanvullingen, noch in de zienswijze, noch in beroep heeft eiser aangegeven welke informatie eiser hierdoor niet heeft kunnen inbrengen of op welke punten het asielrelaas of de beoordeling daarvan onvolledig of onzorgvuldig is. Deze beroepsgrond slaagt dan ook niet.
Bescherming door autoriteiten in Ghana
6.2
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verweerder op goede gronden geconcludeerd heeft dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor de gestelde problemen in Ghana geen bescherming kan inroepen bij de autoriteiten. Verweerder heeft in deze conclusie kunnen betrekken dat eiser in de periode 2008 tot en met 2012 twee keer aangifte heeft gedaan en dat de politie op deze aangiftes heeft gereageerd, maar dat de politie niet tot verdere actie is overgegaan omdat eiser geen concrete aanknopingspunten voor vervolging heeft kunnen bieden, zoals namen van mensen die hem bedreigen. Uit de hiervoor beschreven houding van de autoriteiten kan naar het oordeel van de rechtbank geen onwil tot het bieden van bescherming worden afgeleid. Dat de politiechef partij zou kiezen voor mensen uit [plaats 1], zoals eiser stelt, is daarnaast niet onderbouwd. Bovendien heeft eiser niet met openbare landeninformatie of expertanalyses aannemelijk gemaakt dat aangifte doen van strafbare feiten, zoals moord en bedreigingen, bij voorbaat zinloos is in Ghana, omdat aan slachtoffers geen hulp en bescherming wordt geboden in de gegeven omstandigheden. Nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Ghana persoonlijk te vrezen heeft voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, heeft verweerder op goede gronden aan eiser kunnen tegenwerpen dat Ghana voor hem als veilig land van herkomst te gelden heeft.

Conclusies en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder de asielaanvraag op goede gronden heeft afgewezen als kennelijk ongegrond.
8. Nu er uitspraak is gedaan op het beroep, bestaat geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. M.J.J. Roks, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met de uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening is geen hoger beroep mogelijk.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, onder b, c, en h van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.