Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. S. Akkas),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Roemeense nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 24 december 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 2 januari 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet op de juiste wijze in kennis is gesteld van de redenen van zijn inbewaringstelling, zoals vereist door artikel 5.3, eerste lid, derde zin van het Vreemdelingenbesluit 2000. Ondanks dit gebrek oordeelt de rechtbank dat de inbewaringstelling niet onrechtmatig is, omdat de belangen die met de maatregel zijn gediend zwaarder wegen dan het geconstateerde gebrek. Eiser was op de hoogte van de redenen van zijn inbewaringstelling, mede door de inzet van een tolk.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende gronden heeft aangevoerd voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 januari 2024 en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.