ECLI:NL:RBDHA:2024:2858

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
09-298809-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van vuurwapens en munitie en harddrugs in een woning met gevangenisstraf

Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van vuurwapens, munitie en harddrugs. De verdachte, geboren op een onbekende datum in een onbekende plaats, was op dat moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn. De rechtbank heeft het onderzoek gehouden op de terechtzitting van 20 februari 2024, waar de officier van justitie, mr. D.M. van Gosen, de vordering indiende en de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Demirer.

De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben van verschillende omgebouwde gaspistolen en munitie, evenals het opzettelijk aanwezig hebben van aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en MDMA op 14 november 2023 in Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de feiten heeft bekend en dat er voldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de feiten zoals ten laste gelegd, en heeft geoordeeld dat het bewezen verklaarde strafbaar is.

De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen beoordeeld en heeft bepaald dat de Motorola G22 telefoon verbeurd wordt verklaard, terwijl de Iphone 7 aan de verdachte wordt teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09-298809-23
Datum uitspraak: 5 maart 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn, locatie Maatschapslaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 20 februari 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. D.M. van Gosen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. A. Demirer naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 20 februari 2024 - ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 14 november 2023 te Utrecht een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een,een alarmpistool (merk BBM model GAP 8MM)
voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 14 november 2023 te Utrecht meerdere wapens en/ of munitie van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- Gaspistool (omgebouwd) Zirah Silah, merk Blow, model TR34, kaliber 9mm P.A.K. en/of 6 stuks munitie, kaliber 9mm P.A.K.
- Gaspistool (omgebouwd) Unarex Sportwaffen GMBH, merk Walther, model P22 kaliber 7.65 mm en/of een hoeveelheid munitie, kaliber 7.65 mm en/of
- Gaspistool (omgebouwd) Retay, merk Retay, model PT23, kaliber 9mm P.A.K. en/of
- Gaspistool (omgebouwd) Retay, merk Retay, model Xtreme, kaliber 9mm P.A.K. en/of 19 stuks munitie, kaliber 9mm,
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad
3
hij op of omstreeks 14 november 2023 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad 122 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of 13 gram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank zal met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft de bewezen te verklaren feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [nummerreeks] , van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 263).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 1
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 februari 2024;
2. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 16 november 2023 (p. 96-102);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 november 2023 (p. 29-31);
Ten aanzien van feit 2
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 februari 2024;
2. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 16 november 2023 (p. 96-102);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 november 2023 (p. 32-35);
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 november 2023 (p. 36-38);
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 november 2023 (p. 39-42);
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 november 2023 (p. 43-46);
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 januari 2024 (p. 255);
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 januari 2024 (p. 256);
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 januari 2024 (p. 257);
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 januari 2024 (p. 258);
Ten aanzien van feit 3
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 20 februari 2024;
2. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 16 november 2023 (p. 96-102);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 15 november 2023 (p. 47-51);
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 november 2023 (p. 244-254).
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op 14 november 2023 te Utrecht een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten
eenalarmpistool (merk BBM model GAP 8MM)
voorhanden heeft gehad;
2
hij op 14 november 2023 te Utrecht meerdere wapens en munitie van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- Gaspistool (omgebouwd) Zirah Silah, merk Blow, model TR34, kaliber 9mm P.A.K. en 6 stuks munitie, kaliber 9mm P.A.K.
en
- Gaspistool omgebouwd Unarex Sportwaffen GMBH, merk Walther, model P22 kaliber 7.65 mm en munitie, kaliber 7.65 mm en
- Gaspistool omgebouwd Retay, merk Retay, model PT23, kaliber 9mm P.A.K. en
- Gaspistool omgebouwd Retay, merk Retay, model Xtreme, kaliber 9mm P.A.K. en 19 stuks munitie, kaliber 9mm,
zijnde vuurwapen
sin de vorm van pisto
lenvoorhanden heeft gehad
3
hij op 14 november 2023 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad 122 gram cocaïne en 13 gram MDMA, zijnde MDMA en cocaïne als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstaf langer dan de duur van de voorlopige hechtenis moet worden opgelegd. De raadsman heeft bepleit aan de verdachte daarnaast een voorwaardelijk strafdeel of een taakstraf op te leggen.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft vier omgebouwde gaspistolen, munitie en hoeveelheden harddrugs voorhanden gehad in zijn woning. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens brengt grote risico’s met zich voor de veiligheid van personen. Vuurwapens vormen een aanzienlijke bedreiging voor een veilige samenleving, omdat het bezit van vuurwapens maar al te vaak leidt tot het gebruik van die wapens, met alle mogelijke gevolgen van dien. Harddrugs zijn schadelijk voor de volksgezondheid. De handel in en het gebruik van harddrugs leiden ook tot allerlei andere vormen van criminaliteit, overlast en andere maatschappelijke problemen. De verdachte heeft met zijn handelen hieraan (indirect) bijgedragen.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de wapens en de drugs bewaarde voor iemand anders. De rechtbank acht die verklaring onaannemelijk. De verdachte heeft hier niet eerder over verklaard en ook niet concreet gemaakt hoe de verhoudingen tussen hem en de ander lagen, waarom hij wapens en drugs namens of voor een ander zou moeten aanschaffen dan wel voorhanden zou moeten hebben. Niet is gebleken dat die andere persoon wel eens in de woning van de verdachte verbleef.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 10 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 3 februari 2024. De reclassering schat de risico’s op recidive en letsel in als gemiddeld. De reclassering adviseert om bij veroordeling van de verdachte aan hem een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Gelet op de ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf. De rechtbank heeft bij de bepaling van de duur van die straf acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is voor het voorhanden hebben van een vuurwapen in een woning als uitgangspunt vier maanden gevangenisstraf vermeld. Strafverzwarend is het voorhanden hebben van bijbehorende munitie. Voor het aanwezig hebben van 135 gram harddrugs geldt als oriëntatiepunt 240 uur taakstraf. Een taakstraf acht de rechtbank echter geen passende straf, ook niet in combinatie met een gevangenisstraf, omdat het in deze zaak gaat om de zorgelijke combinatie van harddrugs en vuurwapens. Een combinatie die, zo leert de ervaring, lijkt te passen bij drugshandel. Een gevangenisstraf van aanzienlijke duur is dan ook aangewezen. De door de officier van justitie geëiste straf is naar het oordeel van de rechtbank echter te hoog. Daarbij speelt mee dat niet zonder meer kan worden gezegd dat het bezit van vier vuurwapens vier keer zo gevaarzettend – en daarmee vier keer zo strafwaardig – is als het bezit van één vuurwapen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 12 maanden passend en geboden. Mede gelet op het advies van de reclassering, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.De in beslag genomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen Iphone 7 telefoon zal worden teruggegeven aan de verdachte en dat de in beslag genomen Motorola G22 telefoon zal worden onttrokken aan het verkeer.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van de in beslag genomen Iphone 7 telefoon. De rechtbank zal de Motorola G22 telefoon verbeurd verklaren. Deze telefoon is voor verbeurd verklaring vatbaar, aangezien deze aan verdachte toebehoort en met behulp van de telefoon de onder 3.4. bewezen verklaarde feiten 1 en 2 zijn voorbereid.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
de inbeslaggenomen goederen
verklaart verbeurd de in beslag genomen Motorola G22 telefoon;
gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen Iphone 7 telefoon.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.H.J. Doornink, voorzitter,
mr. B.W. Mulder, rechter,
mr. N.F.R. de Rooij, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. I.C. Melieste, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 maart 2024.