ECLI:NL:RBDHA:2024:2856

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
NL24.2876
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit na uitzetting naar Colombia

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Snoeij, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 18 januari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 5 februari 2024, maar eiser is niet verschenen, ondanks een bericht van verhindering. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.C. van Ossenbruggen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 31 januari 2024 naar Colombia is uitgezet. Dit feit heeft geleid tot de conclusie dat het terugkeerbesluit zijn werking heeft verloren. De rechtbank oordeelt dat eiser daardoor geen procesbelang meer heeft bij een rechtmatigheidstoets van het terugkeerbesluit. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar uitgesproken op 16 februari 2024. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen vier weken na de bekendmaking.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.2876
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. B. Snoeij), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.C. van Ossenbruggen).

Procesverloop

Bij besluit van 18 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 5 februari 2024 op zitting behandeld. Eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Niet in geschil is dat eiser op 31 januari 2024 is uitgezet naar Colombia. Daardoor heeft het terugkeerbesluit zijn werking verloren. De rechtbank is van oordeel dat eiser om die reden geen procesbelang meer heeft bij een rechtmatigheidstoets van het terugkeerbesluit. Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
zaaknummer: NL24.2876
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
16 februari 2024

Documentcode: [Documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.