ECLI:NL:RBDHA:2024:2833

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
NL23.37146 en 23.37147
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Angolese moeder en kinderen wegens ongeloofwaardige verklaringen en risico op ernstige schade

Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de asielzaak van een Angolese moeder en haar twee kinderen. De eisers, die asiel hebben aangevraagd, stellen dat zij bedreigd worden door een buurman en de ex-echtgenoot van de moeder. De rechtbank heeft de afwijzing van hun asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had de aanvragen afgewezen op 21 november 2023, omdat de verklaringen van de eisers over de bedreigingen en het huiselijk geweld ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder in het verleden mishandeld is door haar echtgenoot, maar dat de huidige vrees voor vervolging door de buurman en haar ex-echtgenoot niet voldoende onderbouwd is. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond is, omdat de verklaringen van de eisers inconsistent en niet overtuigend zijn. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen bewijs is dat de eisers bij terugkeer naar Angola risico lopen op ernstige schade. De uitspraak benadrukt de noodzaak van consistente en onderbouwde verklaringen in asielprocedures.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.37146 en NL23.37147

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2024 in de zaak tussen

[eiseres 1], v-nummer: [nummer 1], eiseres

mede namens haar minderjarige dochter
[kind 1],v-nummer: [nummer 2],
en haar zoon
[kind 2],v-nummer: [nummer 3], eiser
samen: eisers
(gemachtigde: mr. I.N. Schalken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. M.J.C. van der Woning).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvraag. Eisers stellen van Angolese nationaliteit te zijn. Eiseres is de moeder van [kind 1], geboren op [geboortedatum 1] 2011, en [kind 2], geboren op [geboortedatum 2] 2007. Zij hebben op 16 september 2022 aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met de bestreden besluiten van 21 november 2023 de aanvragen afgewezen als ongegrond. Eisers hebben wel voorlopig uitstel van vertrek gekregen in afwachting van de beslissing op de ambtshalve beoordeling om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) inzake eiser.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 26 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eisers. Zij doet dat aan de hand van hun beroepsgronden.
3. Het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eisers leggen aan hun asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres is in het verleden meerdere keren mishandeld door haar echtgenoot. Haar echtgenoot is hier uiteindelijk voor opgepakt en eiseres is 2020 verhuisd naar een andere deel van de stad Luanda, Kilamba geheten. Hierna heeft zij geen last meer gehad van haar echtgenoot. Zij verbleven in Kilamba in een appartement dat eigendom was van een zekere [persoon A]. In februari 2022 speelde de dochter van eiseres met de dochter van [persoon A], [persoon B] genaamd. [persoon B] is tijdens het spelen van het balkon gevallen en als gevolg daarvan overleden. Dit was een ongeluk maar [persoon A] geeft eiseres en haar dochter de schuld van de dood van [persoon B] en wil wraak nemen door de dochter van eiseres te vermoorden. Eisers hebben vijf dagen beschermd in een politiebureau doorgebracht en zijn vervolgens op advies van de politie ondergedoken. Uiteindelijk zijn ze in juli 2022 op legale wijze vertrokken uit Angola. Eiseres vreest nog altijd voor haar echtgenoot en voor [persoon A] en om die reden kunnen zij niet terugkeren naar Angola. Eiseres heeft verder verklaard dat zij en haar dochter niet besneden zijn, maar dat zij wel vreest voor besnijdenis in Angola.
Het bestreden besluit
5. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van eiseres over haar identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig zijn. Dit geldt ook voor de verklaringen over het huiselijk geweld tot 2020 en de verklaring dat eiseres en haar dochter niet besneden zijn. De verklaringen over de problemen na de dood van [persoon B] acht de staatssecretaris ongeloofwaardig. De staatssecretaris concludeert daarom dat de asielaanvraag als ongegrond wordt afgewezen. In het bestreden besluit staat ook nog dat eiseres uitstel van vertrek krijgt om medische redenen van een gezinslid, namelijk haar zoon.
Heeft de staatssecretaris niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiseres wordt bedreigd door [persoon A] en haar familie?
6. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich op het standpunt mocht stellen dat eisers vaag en wisselend hebben verklaard over de bedreigingen door [persoon A] en haar familie. Zo heeft staatssecretaris deugdelijk gemotiveerd dat eisers vaag en tegenstrijdig hebben verklaard over de vernielingen in hun huis na het overlijden van [persoon B]. In de Dublinprocedure is verklaard dat de zoon van eiseres de vernielingen gepleegd heeft. [1] Daarna heeft eiseres verklaard dat de woning is vernield door de familie van [persoon A] en vervolgens wordt in de correcties en aanvullingen gezegd dat de woning niet is vernield, dat de woning van [persoon A] was en dat er alleen spullen zijn meegenomen. Dat zijn inderdaad wisselende verklaringen. Daarbij heeft de staatssecretaris niet ten onrechte tegengeworpen dat het bevreemdt dat een groep mensen kort na het ongeval de woning zou vernielen of leeg zou halen terwijl uit de verklaringen van eiseres volgt dat de politie en brandweer op dat moment aanwezig waren bij de woning. De staatssecretaris heeft deugdelijk gemotiveerd dat het bevreemdt waarom eiseres niet met de politie naar binnen kon. Vervolgens heeft eiseres vaag verklaard over wat zij heeft gedaan in de vijf dagen die zij op het politiebureau is geweest. Dat aan haar niet langer wordt tegengeworpen dat zij geen aangifte heeft gedaan van de vernielingen in haar huis, doet niet af aan de vaststelling dat van eiseres verwacht mocht worden dat zij meer kon verklaren over die periode en over de pogingen die zij zou hebben gedaan om [persoon A] te spreken. Met betrekking tot het gestelde onderduiken ná die vijf dagen is niet duidelijk geworden hoe het mogelijk is dat de motorrijders, die door [persoon A] zouden zijn ingehuurd, in een stad (Luanda) met miljoenen inwoners en een wijk (Kilamba) met 200.000 inwoners, uiteindelijk voor de deur van een tent waarin eiseres en haar kinderen verbleven, zouden zijn gestopt. Eiseres heeft hier op de zitting over verklaard dat [persoon A] hen kent en zich een idee kan vormen van waar eiseres en haar kinderen heen zouden kunnen gaan, maar dit is verder niet onderbouwd. De staatssecretaris heeft het te meer deugdelijk gemotiveerd dat het bevreemdend is dat als eisers vervolgens naar een stad ver buiten Luanda reizen, Kashitu, ook daar nog posters van eisers zouden hangen. Dat [persoon A] in Kashitu posters zou ophangen omdat [persoon A] daar in de buurt zou werken is geen logische verklaring. Dat legt immers niet uit waarom zij zou denken dat eisers daar heen zouden gaan. De stelling van eiseres dat haar verklaringen worden onderbouwd door de verklaringen van haar zoon wordt niet gevolgd, omdat hun verklaringen op een aantal onderdelen juist van elkaar afwijken. Dit is onder meer het geval op als het gaat om de verklaringen over de motorrijders. Ook wordt de laatste verblijfplaats, een boerderij, door de zoon van eiseres in het geheel niet genoemd. Bij dit alles heeft de staatssecretaris ook nog kunnen tegenwerpen dat de verklaringen van eisers in het geheel niet met bewijs zijn onderbouwd terwijl eiseres heeft verklaard dat zij na de eerste vijf dagen op het politiebureau nog een keer bij de politie is geweest en dat zij tot in Portugal bedreigende berichtjes van [persoon A] ontving op haar telefoon.
Heeft eiseres voldoende aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Angola risico loopt op ernstige schade?
7. Nu de staatssecretaris de verklaringen ten aanzien van [persoon A] ongeloofwaardig heeft kunnen achten behoeft de gestelde vrees voor [persoon A] bij terugkeer niet besproken te worden. Eiseres betoogt daarnaast dat zij bij terugkeer naar Angola vreest voor nieuwe mishandelingen door haar echtgenoot en dat zij geen bescherming kan krijgen van de Angolese autoriteiten. Ter onderbouwing wijst zij op een aantal documenten waaruit blijkt dat huiselijk geweld in Angola veel voorkomt en dat daders zelden worden vervolgd. [2] Verder blijkt hieruit dat veel Angolezen die contact hebben met de politie steekpenningen moeten betalen om hulp te krijgen of problemen te vermijden. Ook is er sprake van corruptie. [3] Daarnaast zijn verhalen bekend dat gemeenschappen vrouwen en kinderen misbruikten omdat ze ervan beschuldigd werden dat ze aan hekserij deden. [4] Verder heeft eiseres de beschuldiging van hekserij in de correcties en aanvullingen al naar voren gebracht, dus de stelling van de staatssecretaris dat dit een nieuw gegeven is klopt niet.
7.1.
De rechtbank is van oordeel dat het betoog van eiseres niet af doet aan de vaststelling dat zij bij de laatste keer dat zij door haar (ex-) echtgenoot mishandeld is, aangifte heeft gedaan en dat hij toen gearresteerd is. Daarnaast is van belang dat eiseres weliswaar heeft verklaard dat haar (ex-) echtgenoot haar na haar vertrek aanvankelijk nog een aantal keer wist op te sporen, maar dat zij ook heeft verklaard dat zij dacht dat dat kwam omdat hij een tracker in haar telefoon had ingebouwd. Nadat zij dat in 2020 ontdekte en een nieuwe telefoon had genomen, heeft hij geen contact meer gekregen en zij had hem voor haar vertrek uit Angola al lange tijd niet gezien. Eiseres heeft ook verklaard dat haar vlucht is ingegeven door de vrees voor achtervolging door [persoon A] en haar familie en dus niet voor haar (ex-) echtgenoot. Eiseres weet ook niet of hij haar nog altijd iets wil aandoen. Zoals de staatssecretaris terecht heeft tegengeworpen is dus niet duidelijk waarom eiseres nu nog concreet voor geweld door haar (ex-) echtgenoot te vrezen heeft, zodat het betoog over de algemene situatie in Angola en eventuele bescherming tegen huiselijkheid geweld niet relevant is.
7.2.
Eiseres heeft verder geen gronden gericht tegen het standpunt dat niet aannemelijk is gemaakt dat zij of haar dochter bij terugkregen te vrezen zouden hebben voor besnijdenis. De staatssecretaris stelt zich dus terecht op het standpunt dat niet is gebleken waarom eiseres niet terug zou kunnen keren naar Angola.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres ongegrond mocht verklaren. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. T.M.T. Brandsma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Aanvullend beroepschrift Dublinprocedure d.d. 13 maart 2023.
2.Freedom House: Freedom in the world 2023 – Angola, 2023, BAMF – Federal Office for Migration and Refugees: Briefing Notes Summary, 30 June 2023, p. 4 en USDOS: 2022 Country Report on Human Rights Practices: Angola, 20 March 2023.
3.Afrobarometer AD641: Angolans highlight police corruption and use of excessive force, 17 May 2023.
4.USDOS: 2022 Country Report on Human Rights Practices: Angola, 20 March 2023.