Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de asielzaak van een Angolese moeder en haar twee kinderen. De eisers, die asiel hebben aangevraagd, stellen dat zij bedreigd worden door een buurman en de ex-echtgenoot van de moeder. De rechtbank heeft de afwijzing van hun asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had de aanvragen afgewezen op 21 november 2023, omdat de verklaringen van de eisers over de bedreigingen en het huiselijk geweld ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder in het verleden mishandeld is door haar echtgenoot, maar dat de huidige vrees voor vervolging door de buurman en haar ex-echtgenoot niet voldoende onderbouwd is. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond is, omdat de verklaringen van de eisers inconsistent en niet overtuigend zijn. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen bewijs is dat de eisers bij terugkeer naar Angola risico lopen op ernstige schade. De uitspraak benadrukt de noodzaak van consistente en onderbouwde verklaringen in asielprocedures.