ECLI:NL:RBDHA:2024:277
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- T.A. Oudenaarden
- M.J. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na uitspraak op beroep
Op 12 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen na de afwijzing van zijn aanvraag op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Het bestreden besluit, genomen op 3 oktober 2022, werd door de staatssecretaris afgewezen. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 25 oktober 2023, waar de gemachtigde van de eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. Tijdens deze zitting heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar heeft hij geconstateerd dat er inmiddels een uitspraak was gedaan in de aanverwante zaak AWB 23/2409. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.