ECLI:NL:RBDHA:2024:2762
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag na inwilliging
In deze zaak heeft eiser, een Iraanse nationaliteit, op 30 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 3 maart 2020. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 30 november 2023 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft eiser op 1 december 2023 verzocht om binnen twee weken te reageren op het inwilligende besluit, maar eiser heeft hierop geen reactie gegeven.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Aangezien de staatssecretaris al een besluit heeft genomen op de asielaanvraag, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen reactie heeft gegeven op het alsnog genomen besluit, wat betekent dat dit besluit aan het beroep tegemoetkomt.
Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser recht heeft op een proceskostenvergoeding, omdat de staatssecretaris niet tijdig op de asielaanvraag heeft beslist. De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.