In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 15 november 2023 afgewezen, met het argument dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 20 december 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft toegepast, wat inhoudt dat lidstaten erop mogen vertrouwen dat andere lidstaten vreemdelingen in overeenstemming met internationale verdragen behandelen. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat Duitsland niet aan deze verplichtingen voldoet. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris niet verplicht is om een asielaanvraag in behandeling te nemen als een andere lidstaat verantwoordelijk is, en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Duitsland een reëel risico loopt op indirect refoulement.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan binnen een week na verzending van de uitspraak.