In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 6 februari 2024, wordt een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren in 2009. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die de machtiging aanvraagt in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige], die zich in een onhoudbare thuissituatie bevindt. De ouders, de moeder en de vader, zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de situatie is zo problematisch dat een uithuisplaatsing noodzakelijk is. De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek en staat achter de uithuisplaatsing, die volgens haar de enige oplossing is voor de problematiek.
De kinderrechter heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de recente escalaties in de thuissituatie, het gedrag van [minderjarige] en de impact op de gezondheid van de moeder. De kinderrechter heeft ook de positieve ontwikkeling van [minderjarige] in de huidige opvang bij [instelling] in aanmerking genomen. De beslissing om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen is genomen met het oog op de noodzaak van een veilige opvoedsituatie voor [minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 29 december 2024, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.